Hervormingen in de kinesitherapie

Terug naar de homepage
Terug naar het info overzicht
1. Aanpassingen in de kinesitherapie
2. E-pathologielijst
3. F-lijst (lijst met aandoeningen met functionele beperking)

Brief van Frank Vandenbroucke aan de patiënt:
Aanpassingen in de kinesitherapie
2 mei 2002

Met deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken in de kinesitherapie. Waarom was een hervorming in de kinesitherapie nodig? Hoe hebben we die hervorming aangepakt? En wat betekent die hervorming voor u? Dit zijn de vragen waarop u hier de antwoorden vindt. Belangrijk is dat wij meer dan vroeger een onderscheid maken tussen verschillende soorten problemen waarvoor kine een oplossing moet bieden: de courante, de functionele en de zware aandoeningen. Het is enkel voor de courante problemen dat we een onnodige herhaling van behandelingen willen tegengaan. Anderzijds zorgen we er via de Maximumfactuur voor dat mensen die veel kine nodig hebben, beter beschermd worden.
Een aantal weken of zelfs maanden geleden schreef u mij een brief of een mail over kinesitherapie. Tot vandaag heeft u van mij nog steeds geen antwoord ontvangen. Ik wil u hiervoor mijn excuses aanbieden. Ik hoop dat u mijn laattijdige reactie niet interpreteert als onbeleefdheid of onwil. De reden van de laattijdige reactie is dat ik niet het risico wilde lopen u informatie te geven, die dan later verkeerd zou blijken te zijn. Ik wilde de onderhandelingen afwachten, die de afgelopen maanden onafgebroken gevoerd zijn in de kine-sector. Vandaag zijn er een aantal belangrijke knopen doorgehakt en kan ik u hierover inlichten. Een nieuwe nomenclatuur –dit is de lijst van de terugbetaalde verstrekkingen- is vanaf 1 mei in voege getreden en de indeling van aandoeningen in de courante aandoeningen, de aandoeningen met functionele beperking (F-lijst) en de zware aandoeningen (E-lijst) zijn op punt gesteld. Kine-zorg die medisch noodzakelijk is, moet gewaarborgd blijven en kine-zorg die medisch niet of weinig doeltreffend is, wordt vermeden. Een sociaal plan voor de kinesisten wordt op dit moment op punt gesteld. Kinesisten die uit het beroep willen stappen, zullen een degelijke sociale begeleiding en een uitstapvergoeding kunnen krijgen.
Ik zie deze veranderingen als een nieuw begin voor de kinesitherapeutische zorg, waarbij de arts, de kinesist én de patiënt samenwerken om de beste zorg te bekomen voor iedereen. Vanaf vandaag, 1 mei, moet de kine-sector dan ook een gezonde sector worden. Want enkel een gezonde sector heeft toekomstperspectief.
Waarom is een hervorming van de kinesitherapie nodig?
Kinesitherapie: slachtoffer van haar eigen succes
De kinesitherapie is slachtoffer geworden van haar eigen succes. Wat bedoel ik daarmee? Ten eerste is het beroep van kinesitherapeut een boeiend beroep: een beroep waarbij je mensen dag in dag uit kan helpen en waarbij je de patiënten vooruitgang kan zien boeken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat vele jonge mensen kiezen voor een beroep als kinesist. In het verleden hebben te veel jongeren voor dit beroep gekozen waardoor er een groot overaanbod ontstaan is. Ten tweede is de kinesitherapeutische zorg populair bij mensen. Een kinesist zet zich individueel in voor zijn/haar patiënt en deze patiënt voelt zich daar goed bij. Hij/zij wil dan ook graag teruggaan bij andere aandoeningen, maar dat is niet altijd even zinvol.
De overheid draagt hier schuld. Zij heeft te lang de zaken laten aanslepen. Maatregelen om de instroom in het hoger en universitair onderwijs te beperken zijn te lang uitgebleven. Vanaf 2005 zal het aantal kinesisten die werken voor het Riziv beperkt worden tot 450 nieuwe kinesisten per jaar. Minister Aelvoet en ikzelf zullen een nationaal examen invoeren om de 450 kinesisten per jaar te selecteren.
Door het overaanbod, is het moeilijk voor de kinesisten om hun boterham te verdienen. Dit wordt wel eens opgelost door meer behandelingen te geven dan medisch noodzakelijk is. Dikwijls lijken deze behandelingen positief voor de patiënt. Men is namelijk uitvoerig met zijn/haar genezingsproces bezig en er is tijd voor sociaal contact.
Niet alleen de patiënt maar ook de ziekteverzekering en dus de gezondheidszorg in het algemeen zijn uiteindelijk niet gebaat met weinig doelmatige praktijken. Want als er teveel behandelingen worden gegeven, rijzen de kosten de pan uit, en is er te weinig geld om die mensen te helpen die het echt nodig hebben. Als minister van Sociale Zaken ben ik verantwoordelijk voor het budget van de ziekteverzekering en dus moet ik ervoor zorgen dat het geld zo goed mogelijk besteed wordt. Wat niet wil zeggen dat ik de kinesisten in de steek laat. Het sociaal plan dat wordt uitgewerkt, zal kinesisten een alternatief bieden als zij uit het beroep stappen.
Hoe pakken we die hervorming aan?
Een hervorming gericht op kwaliteit en op goed gebruik van middelen
Wetenschappelijk ondersteuning
Waarom is iemand die lage rugpijn heeft, niet gebaat met jarenlange kine? Het is een vraag die ik veel heb gehoord. Onze beslissingen houden rekening met wetenschappelijk onderzoek, dat rond het nut van kinesitherapie gedaan is. Kinesitherapie en geneeskunde in het algemeen moeten zorgvuldig overwogen worden. We willen vermijden dat er kine-behandelingen gegeven worden die niet strikt noodzakelijk zijn en niet altijd ondersteund worden door wetenschappelijke inzichten. Een voorbeeld: het is geweten dat bij heel wat acute aandoeningen van de spieren en de gewrichten technische massage en elektrotherapie soms pijnstillend kunnen werken. Maar wanneer dit niet gepaard gaat met oefentherapie en met informatie over preventie, dan zijn er vermoedelijk weinig effecten te verwachten op langere termijn. Net zoals bijvoorbeeld voor geneesmiddelen, mag men voor de kinesitherapie, terugbetaald door de ziekteverzekering, ook verwachten dat er wetenschappelijk betrouwbare studies zijn die de doeltreffendheid van de toegepaste technieken bewijzen.
Een minimale tijdsduur gegarandeerd
In de nieuwe nomenclatuur wordt bepaald wat de minimale tijdsduur is die de kinesist bij elke zitting aan de patiënt moet besteden. Dit zal ook van toepassing zijn in de rusthuizen, waar een minimum tijdsbesteding toch mag verwacht worden om een goede kwaliteit te garanderen. Concreet: de gemiddelde tijdsduur van een grote zitting in het kabinet van de kinesist is 30 minuten, met steeds minstens 20 minuten persoonlijke betrokkenheid van de kinesist.
Een financieel gezonde hervorming
Zoals ik in mijn beleidsnota ‘Agenda 2002 voor verandering in de gezondheidszorg’ duidelijk heb gemaakt, hebben alle zorgverstrekkers een grote verantwoordelijkheid. Een maatschappij die duldt dat de betrokkenen in de gezondheidszorg (een arts, een ziekenhuisbeheerder, een specialist, een kinesist) kunnen doen wat ze zelf goed vinden, zonder naar het kostenplaatje te kijken, is een maatschappij die zichzelf voor de gek houdt. Die gezondheidszorg zou namelijk niet betaalbaar zijn én zou belangrijker nog, de gezondheid van de patiënt wel eens in het gedrang kunnen brengen. Concreet betekent dit voor kinesitherapie dat behandelingen die noodzakelijk zijn voor het herstel tegen het normale tarief zullen terugbetaald worden. Voor de behandelingen die het noodzakelijke aantal overschrijden, moet de patiënt zelf iets meer betalen.
De Maximumfactuur als waarborg: te veel betaald, geld terug
Ik besef dat patiënten bang zijn dat ze meer gaan moeten betalen voor geneeskundige verzorging en dat de sociale bescherming aangetast wordt. Misschien denken ze dat mijn Agenda 2002 leidt tot doorgedreven besparingen en het verminderen van terugbetalingen. Deze besparingen gebeuren vooral op terreinen waar gebleken is dat er te veel werd uitgegeven met weinig of geen resultaat.
Voor de patiënt die veel gezondheidskosten heeft, heb ik een extra bescherming ingebouwd. Deze extra bescherming heet de Maximumfactuur.
De Maximumfactuur geeft de waarborg aan èlk gezin dat het gezin niet meer dan een bepaald bedrag zal uitgeven voor verzekerde en noodzakelijke gezondheidskosten. De hoogte van dat plafond hangt af van het gezinsinkomen. Hoe lager het gezinsinkomen, hoe lager de drempel. Wie bijvoorbeeld een netto belastbaar gezinsinkomen van minder dan 13.730 euro netto per jaar heeft, moet ten hoogste 450 euro per jaar aan medisch noodzakelijke gezondheidskosten betalen. Wie het plafond overschrijdt, krijgt de teveel betaalde remgelden terug.
De gezondheidskosten, die in de Maximumfactuur zijn opgenomen, zijn de wettelijk erkende remgelden en persoonlijke bijdragen voor terugbetaalbare prestaties van huisartsen, specialisten, verpleegkundigen, kinesisten en paramedici. Ook terugbetaalbare geneesmiddelen van categorie A en B en bepaalde hospitalisatiekosten worden in de Maximumfactuur opgenomen. Belangrijk hier is dat de kine-behandelingen, die terugbetaald worden door het Riziv, meetellen in het hele kostenplaatje. Het volledige remgeld dat u betaalt aan een geconventioneerde kinesitherapeut, wordt meegeteld in de Maximumfactuur. Na 18 sessies voor courante aandoeningen en na 60 sessies voor aandoeningen met functionele beperking, daalt de terugbetaling en is het tarief, dat de kinesitherapeut vraagt, vrij. Maar zelfs dan blijft de Maximumfactuur ten dele werken. Want nog iets meer dan de helft van het bedrag van het oorspronkelijke remgeld wordt in de Maximumfactuur opgenomen.
Wat betekent die hervorming voor u?
Arts-kinesist-patiënt: een interactief trio
Wat belangrijk is voor de kwaliteit van de behandelingen is de samenwerking tussen arts, kinesist en patiënt. Zij hebben elk een grote verantwoordelijkheid. De arts in het doorverwijzen van de patiënt naar de kinesist en in het opvolgen van het dossier. De kinesist in het bepalen van de manier waarop de kine-sessies ingevuld worden en in het bijhouden van een dossier, dat alle informatie bevat over de evolutie van het herstelproces. De patiënt als laatste heeft een eigen verantwoordelijkheid in het leren van oefeningen waarmee hij zichzelf kan helpen. Op die manier hoeft een kine-behandeling niet ten einde te zijn als de reeks afgelopen is. De patiënt moet daarna zijn genezing verder zetten door de raad op te volgen van de kinesist en zijn oefeningen thuis te doen. U, als patiënt, zal dus actief betrokken worden bij uw genezing en dit op uw eigen niveau. Dit is kinesitherapie op maat van de patiënt.
Hoeveel behandelingen voor welke aandoening: een blik op de nieuwe nomenclatuur
Vanaf vandaag bestaat er een indeling in drie categorieën van aandoeningen waaraan telkens een aantal normaal terugbetaalde sessies vasthangen.

Courante (vaak voorkomende) aandoeningen
Voor courante aandoeningen, zoals een geblokkeerde hals, lage rugpijn of een verstuikte enkel, krijgt de patiënt in beginsel 9 kine-behandelingen voorgeschreven en terugbetaald, tenminste indien de arts kinesitherapie noodzakelijk acht. Vaak is voor een aandoening als acute lage rugpijn adequate pijnstilling en het advies om de activiteiten verder te zetten (en dus niet platte rust te bewaren) voldoende. De arts kan ook minder dan 9 sessies voorschrijven als hij verwacht dat het letsel vlug zal genezen. Na die 9 zittingen moet de arts beslissen hoeveel sessies er nog nodig zijn. 18 beurten worden normaal terugbetaald als u een courante aandoening hebt. Na 18 zittingen vermindert de terugbetaling. Wanneer er tijdens die 18 zittingen voldoende aandacht werd besteed aan het aanleren van oefeningen en aan preventieve informatie, dan moet er in principe na die 18 zittingen een grote evolutie ingetreden zijn.
Als later een ander courant ziekteprobleem ontstaat waarvoor kinesitherapeutische zorg aangewezen is, kan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds per jaar nog maximaal 2 reeksen van 18 zittingen toestaan. Voor verschillende courante aandoeningen zullen dus in totaal 54 zittingen per jaar in aanmerking komen voor terugbetaling door de ziekteverzekering.
Deze maatregel geldt alleen voor de sector van de ambulante kinesitherapie, met andere woorden wanneer de patiënt zelf naar de kinesist gaat of wanneer de kinesist thuis komt. Voor patiënten die in een instelling verblijven, een revalidatieprogramma volgen of aan een zware aandoening lijden, blijft de terugbetaling van kinesitherapie hetzelfde.
Aandoeningen met functionele beperking
De F-lijst (een lijst met functionele beperkingen), is nieuw. Hij omvat aandoeningen zoals postoperatieve aandoeningen na intensieve zorgen, psychomotorische ontwikkelingsstoornissen, chronisch vermoeidheidssyndroom, enzovoort. Iemand die een dergelijke aandoening heeft, kan tot maximum 60 zittingen met gewone terugbetaling krijgen. De arts kan tot 30 zittingen voorschrijven in één keer. Na die 30 sessies beslist de arts, op basis van de informatie van de kinesist over de evolutie, hoeveel behandelingen er nog nodig zijn. Na 60 kine-beurten voor een dergelijke aandoening vermindert de terugbetaling. Opnieuw geldt dit enkel voor de sector van de ambulante kinesitherapie. In de toekomst zal deze F-lijst vermoedelijk progressief enkele uitbreidingen kennen. De overlegorganen van de kinesisten en mutualiteiten zullen zich hierover buigen.
Zware aandoeningen zoals mucoviscidose, verlamming, en andere
De E-lijst is de lijst met zware aandoeningen zoals daar zijn allerlei soorten verlamming, sequellen van zware brandwonden, amputaties, chronische ontsteking van de gewrichten, spierziekte, mucoviscidose, enzovoort. Deze E-lijst bestond reeds, maar er werd één aandoening aan toegevoegd, met name congenitaal primair lymfoedeem. Voor aandoeningen op de E-lijst is er geen beperking van het aantal zittingen. Ook hier moet de kinesist een verslag sturen naar de arts en dit minstens éénmaal per jaar en bij verlenging van het voorschrift.
Zwangerschap
Perinatale kinesitherapie, dit is de kine die gegeven worden tijdens en na een zwangerschap, wordt beperkt tot maximaal 9 zittingen. Er is geen overtuigend wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat deze kinesitherapie strikt nodig is, behalve bij zwangere vrouwen met bepaalde aandoeningen. Dit wil uiteraard niet zeggen de kinesist geen aanvullende rol kan vervullen. Samen met de huisarts, gynaecoloog en vroedvrouw, kan hij informatie verstrekken over de voorbereiding op de bevalling.
Positieve noot of harde noot om te kraken?
Met deze brief wil ik u op de hoogte stellen van de hervormingen in een sector die u aanbelangt. Ik wil de waarheid niet verbloemen. Er zullen soms minder sessies terugbetaald worden. Maar ik hoop dat u begrepen hebt uit mijn verhaal waarom dit gebeurt. Ik ben bezorgd om de gezondheidszorg, om de kwaliteit en de betaalbaarheid ervan. Als wij, de betrokkenen in de kine-sector, nu onze verantwoordelijkheid opnemen en elke frank twee keer omdraaien, dan kan ik u recht in de ogen kijken want dan weet ik dat de mensen die het echt nodig hebben, verzorgd kunnen worden zonder daarvoor een boterham minder te moeten eten.
Deze hervorming betekent een nieuwe start voor de kine-sector. Maar het verhaal is nog niet af. Onderhandelingen zullen verder gevoerd worden en verbeteringen zullen aangebracht worden in de nomenclatuur, zodat wie echt kine-zorg nodig heeft, die blijvend kan krijgen. En zodat kinesitherapeuten, die waardevol werk doen, dit kunnen blijven doen. Hun rol moet namelijk aangepast worden aan de behoeften van de samenleving.
Uit de brieven en mails die ik van u heb ontvangen, heb ik begrepen dat de hervorming in de kine-sector moeilijk verteerd raakt. Ik heb daar begrip voor en heb uw woorden met veel aandacht gelezen. De patiënt mag namelijk niet vergeten worden in het verhaal. Ik denk dat ik dat niet doe. De patiënt in mijn verhaal is een patiënt die de juiste zorg krijgt op de juiste plaats. Het is een patiënt die zelf verantwoordelijkheid opneemt om mee zijn genezingsproces tot een goed einde te brengen. Het is een patiënt die sociaal beschermd wordt, door de Maximumfactuur. Het is een patiënt die zal genieten van een gezonde kine-zorg in een gezonde kine-sector.
Frank Vandenbroucke, 2 mei 2002
terug naar boven

Brief van Frank Vandenbroucke aan de burger:
Aanpassingen in de kinesitherapie

Bijlage 3: E-pathologielijst

1° uitgebreide perifere verlamming : monoplegie, syndroom van Guillain Barré;
2° evolutieve aandoeningen van het centrale zenuwstelsel met een uitgebreid motorisch gebrek zoals bij voorbeeld multiple sclerose, de ziekte van Parkinson en de amyotrofische laterale sclerose ...;
3° uitgebreide motorische sequellen van encefale of medullaire oorsprong (bijvoorbeeld: hersenverlamming “Cerebral Palsy”, hemiplegie, spina bifida, cerebellair syndroom, ...);
4° sequellen van zware brandwonden ter hoogte van de ledematen en/of de hals tijdens de evolutieve fase;
5° agenesie van een lidmaat voor een rechthebbende jonger dan 18 jaar; globaal functioneel verlies van een lidmaat voor amputatie of door posttraumatische sequellen tijdens de evolutieve periode;
6° spits- en klompvoet, bij een kind jonger dan 2 jaar;
7° gewrichtsdysfunctie ten gevolge van hemofilie of artrogrypose, ziekte van Ehlers Danlos, osteogenesis imperfecta van het type III en IV, evolutieve scoliose met een kromming van minstens 15° (of hoek van Cobb) bij jongeren onder de 18 jaar;
8° chronische inflammatoire polyartritis met karakteristieke erosies bij het radiologisch onderzoek en binnen een periode van 6 maanden die elke aanvraag voorafgaat, een dosering van C-reactieve proteïne gelijk aan of hoger dan 3 mg per dl;
9° myopathieën: de progressieve erfelijke musculaire dystrofieën, de myotonia congenita van Thomsen en de auto-immune polymyositis;
10° a) mucoviscidose of geobjectiveerde primaire bronchiale ciliaire dyskinesie;
b) geobjectiveerde hyperproductieve bronchiectasieën;
c) irreversibele chronische obstructieve of restrictieve longaandoeningen met maximum MAMV-waarden van minder dan of gelijk aan 60 %, opgemeten in een tussenperiode van minstens één maand; bij een kind jonger dan 7 jaar kan de irreversibele ademhalingsinsufficiëntie worden vastgesteld op basis van een gemotiveerd verslag van de behandelende arts;
d) recidiverende pulmonaire infecties bij bewezen ernstige immunodepressie;
e) broncho-pulmonaire dysplasie met zuurstofafhankelijkheid gedurende meer dan 28 dagen. De met redenen omklede aanvraag van de behandelende kinderarts moet met name het verslag over de opneming in een dienst N omvatten;
11° lymfoedeem van een lidmaat hetzij postradiotherapeutisch, hetzij na een radicale klieruitruiming;
12° congenitaal primair lymfoedeem.
terug naar boven

Brief van Frank Vandenbroucke aan de burger:
Aanpassingen in de kinesitherapie

Bijlage 2: F-lijst (lijst met aandoeningen met functionele beperking)

a) Posttraumatische of postoperatieve aandoening die langere kinesitherapie vereist. Situaties waarin verstrekkingen uit artikel 14 k) (orthopedie), I (heelkundige verstrekkingen) en III zijn aangerekend en waarin de som van die verstrekkingen overeenkomt met een waarde van N 200 of meer;


b) Situaties waarbij de verstrekkingen 211046, 211142, 212225, 213021, 213043 en 214045 (artikel 13, § 1 van de nomenclatuur (reanimatie)) werden aangerekend bij rechthebbenden die opgenomen zijn geweest in een ziekenhuis;


c) Situaties waarbij de rechthebbenden opgenomen zijn geweest in een eenheid die erkend is voor de functie intensieve zorg (code 49) op basis van het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie intensieve zorg moet voldoen om te worden erkend, of in een dienst N voor vroeggeborenen en zwakke pasgeborenen (code 27);


d) Ademhalingsinsufficiëntie :


1. bij kinderen onder 16 jaar met tracheo-, laryngo- en bronchomalacie of recidiverende lage luchtweginfecties minstens initieel aangetoond door medische beeldvorming;


2. bij rechthebbenden die voldoen aan de criteria van de typerevalidatie-overeenkomst inzake langdurige zuurstoftherapie thuis of bij thuisbeademing;


e) Neuropathie met motorisch deficit en invalidering als gevolg :


1. mononeuropathie (inzonderheid dropvoet, drophand);


2. motorische of gemengde polyneuropathie.


Het motorisch deficit wordt gekwantificeerd door een gestandaardiseerde ‘muscle testing’ waarbij volgens de classificatie van de ‘Medical Research Council’ een score van 3 of lager wordt geobjectiveerd. Een specialistisch consult en de nodige diagnostische onderzoeken waaronder neurofysiologische testen hebben voorafgaand plaatsgevonden. In geval in het medisch verslag de oorzaak van de neuropathie en klinisch beeld duidelijk zijn, inzonderheid voor diabetes, kan de behandeling aangevat worden zonder verdere neurofysiologische investigatie. Het hierboven vermelde medisch verslag moet in het dossier bewaard worden;
f) Situaties die een gangrevalidatie noodzakelijk maken :


Voor ouderen boven 70 jaar, met persisterende fragiliteit, te objectiveren door de behandelend geneesheer en kinesitherapeut aan de hand van de volgende kenmerken :


- recidiverend vallen of aanwezigheid van een osteoporotische fractuur in combinatie met twee van de volgende testresultaten;


- gestoorde gang of inspanningscapaciteit, te documenteren door een 6 minuten looptest met een loopafstand kleiner dan 350 meter;


- afgenomen spierkracht te documenteren door een knijpkracht kleiner dan 40 kP in de dominante hand;


- gestoorde gang en evenwicht, te documenteren door een Tinetti test met een score kleiner dan 20/28.


De objectivering gebeurt met een uitgebreid bilan met medisch en kinesitherapeutisch verslag, ondertekend door de geneesheer en de kinesitherapeut. Dit bilan omvat ondermeer de indicatie voor de oefeningen; beschrijving van de locomotorische toestand aan de hand van hoger beschreven testen, opgave van de co-morbiditeit en van het medicatiegebruik, motivatie van de oudere en de gedetailleerde beschrijving van het oefenprogramma.


g) Psychomotorische ontwikkelingsstoornissen :


1. bij kinderen onder 16 jaar, na specialistisch (neuro)pediatrisch advies en behandelingsvoorstel, en met een significant zwakkere score op een genormeerde gestandaardiseerde test;


2. bij kinderen tot en met 18 maanden met klinisch duidelijke ontwikkelingsstoornissen vastgesteld door middel van evaluatie in een gespecialiseerde multidisciplinaire equipe.


h) Chronisch vermoeidheidssyndroom/fibromyalgie :


1. voor patiënten lijdend aan het chronisch vermoeidheidssyndroom, indien tijdens of na de tenlastenneming in een revalidatieprogramma verdere graduele oefentherapie als zinvol wordt beoordeeld door de multidisciplinaire equipe van het referentiecentrum voor patiënten lijdend aan het Chronische vermoeidheidssyndroom.


2. voor patiënten lijdend aan fibromyalgie, indien een kinesitherapeutisch oefenprogramma deel uitmaakt van het behandelingsplan zoals opgesteld door de multidisciplinaire equipe van een referentiecentrum voor de tenlastenneming van patiënten met chronische pijn. Als overgangsmaatregel en totdat er referentiecentra voor chronische pijn functioneren kunnen multidisciplinaire pijncentra de rol van de referentiecentra voor chronische pijn overnemen.


De aard en de frequentie van het oefenprogramma is in overeenstemming met het concept zoals gestipuleerd in het behandelingsplan overeengekomen tussen de huisarts en de multidisciplinaire equipe van het referentiecentrum.

terug naar boven

Aandacht: deze regelgeving over de E&F lijsten kan nog worden aangepast. Voor up to date informatie ga naar: http://www.vandenbroucke.fgov.be/nieuws.htm
2 mei 2002