Unicondylaire prothese

Unicondylaire Knieprothese

Naast de totale knieprothese bestaat er ook een ander type van knieprothese namelijk de unicondylaire knieprothese of halve knieprothese. Hier wordt alleen het aangetaste kraakbeen vervangen aan de binnenkant van de knie door een nieuwe beweegbare meniscus uit polyethyleen.
Deze heeft enkele belangrijke voordelen ten opzichte van een totale knieprothese, maar de indicaties zijn beperkt en er moet aan enkele voorwaarden voldaan zijn. (foto)

Kenmerken
De unicondylaire knieprothese biedt betere resultaten (98% overleving op 10 jaar, 95% op 15 jaar)dan een totale knieprothese omdat alle anatomische structuren bewaard worden zoals de ligamenten, voorste kruisband en achterste kruisband. De patiënt heeft een betere mobiliteit en snellere revalidatie. Er mag reeds op de knie gestapt worden na 1 dag.
Nieuw is dat de operatie wordt uitgevoerd door de minimal invasive technique. Dit wil zeggen dat de operatie gedaan wordt door een kleine insnede in de huid van ongeveer 8 cm.
Doordat de knie heel snel herstelt, wordt de hospitalisatieduur ook een heel stuk ingekort. Voor een unicondylaire knieprothese hoeft u slechts 3 tot 5 dagen opgenomen te worden in vergelijking van 7 tot 14 dagen voor een totale knieprothese.

Voorwaarden
Aangezien deze knieprothese beperkt is in indicaties, zal er meestal eerst een arthroscopie van de knie gedaan worden om te kijken of er aan alle voorwaarden voldaan is om een unicondylaire knieprothese te plaatsen.
De hoofdindicatie is mediale osteoartritis. Tijdens de arthroscopie wordt nagegaan of de voorste kruisband nog volledig intact is en of het kraakbeen nog in goede staat is aan de laterale zijde van de knie. Er mag geen pijn zijn aan de knieschijf.

Bij de diagnose wordt ook gekeken naar de misvorming van het been. De varusstand (O-benen) moet hersteld kunnen worden en het been moet bijna volledig gestrekt kunnen worden (Max. 15° gefixeerde flexie).

Operatietechniek Unicondylaire Knieprothese

Bij de operatie wordt, na het ontsmetten en afdekken, de knie opengemaakt door een kleine verticale snede van ongeveer 10 cm over de voorkant van de knie.
Met speciale instrumenten wordt het zieke kraakbeen van het onderbeen en het bovenbeen verwijderd en het bot wordt nauwkeurig aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor goede verankering mogelijk is.
Na uitgebreid testen met een proefprothese wordt de definitieve prothese gefixeerd. Op het einde van de operatie wordt een klein buisje aangebracht om het resterende bloed te laten wegvloeien. De wonde wordt zeer zorgvuldig gesloten en er wordt een drukverband aangebracht.
De totale ingreep duurt ongeveer anderhalf uur.
Met onze dank aan: Dr. Erik Van Holsbeeck 05/2005