Vakjargon verzekeringssector(oa. ziekenfondsen, hospitalistie, hospitalisatie-verzekeringen)
Terug naar de homepage
Terug naar het info overzicht

De (administratieve)medische sector als de verzekeringssector gebruikt een woordenschat die voor de patienten soms onduidelijk is. Op deze pagina vindt u verschillende termen van specifieke woorden of uitdrukkingen uit het medische of administratieve vakjargon.

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Adviserend geneesheer (top)

Geneesheer die verbonden is aan een ziekenfonds en die de arbeidsongeschiktheid en specifieke medisch-sociale verstrekkingen moet controleren.

Ambulante verzorging (top)

Ingrepen, onderzoeken, behandelingen, geneesmiddelen en prothesen die buiten het ziekenhuis worden verstrekt.


Bijdrage (top)

Het te betalen bedrag om de voordelen van de verplichte, vrije, aanvullende verzekeringen te genieten.


Categorieën geneesmiddelen (top)

Er bestaan 6 categorieen geneesmiddelen: A, b, C, Cs, Cx en D. De categorie wordt op de verpakking van elk geneesmiddel vermeld. Elke categorie stemt overeen met een terugbetalingstype: - Geneesmiddelen van categorie A: volledige terugbetaling; - Geneesmiddelen van categorieen B, C, Cs en Cx: gedeeltelijke terugbetaling; - Geneesmiddelen van categorie D: geen terugbetaling.(toestand 2008)

Continue zorg (top)

De verzorging die toegediend moet worden na een chirurgische ingreep of na een verblijf in een verzorgingsinstelling (vb. ziekenhuis, revalidatiecentrum) of bijvoorbeeld na thuisverzorging door de huisarts. vb. iemand doet thuis een lelijke val, de huisarts is de wonde komen hechten en in de dagen die erop volgen komt een verpleger het verband thuis verversen.


Daghospitalisatie (top)

Een systeem waarbij de patient een ingreep, een onderzoek of een behandeling in het ziekenhuis ondergaat zonder er evenwel te moeten overnachten. Synoniem="One day clinic".


Endoscopisch materiaal (top)

Materiaal waarmee een chirurgische ingreep op een patientvriendelijke manier kan worden uitgevoerd door een of meer kleine incisies te maken waarin een buis wordt ingebracht uitgerust met een aantal instrumenten zoals lichtbron, camera, materiaal om te snijden, te cauteriseren, enz.

Ereloonsupplement (top)

Een toeslag die een zorgverlener op het officieel tarief van een verstrekking aanrekent.


Forfaitaire erelonen (top)

Een ziekenhuis kan forfaitaire erelonen factureren als compensatie voor de beperkte terugbetalingen van bepaalde verstrekkingen of als betaling voor de organisatie van bepaalde diensten. Dergelijke erelonen kunnen u ambtshalve worden aangerekend zelfs indien u geen enkele verstrekking van die aard hebt ontvangen. Het aantal forfaits dat u kan worden aangerekend is evenwel beperkt.

Franchise (top)

Het aandeel van de kosten ten laste van de patient dat de verzekeraar overeenkomstig de contractuele bepalingen niet terugbetaalt.


Geconventioneerde zorgverlener (top)

Zorgverlener die, behoudens uitzonderingen, voor een verstrekking slechts het basistarief aanrekent.

Gedeeltelijk geconventioneerde zorgverlener (top)

Zorgverlener die op bepaalde plaatsen, dagen en uren een toeslag (ereloonsupplement) mag aanrekenen. Daarbuiten moet hij zich evenwel houden aan de basistarieven.

Geneeskundige verzorging voor de hospitalisatie (top)

Ambulante zorg verstrekt (zowel in het ziekenhuis als in de praktijk van de geneesheer) in de loop van de 30 dagen voor de hospitalisatie die verband houdt met deze hospitalisatie.



Implantaten en prothesen (top)

Materiaal dat - tijdelijk of definitief - via een chirurgische ingreep in het lichaam wordt ingebracht. Bijvoorbeeld: intra-oculaire lenzen, pacemakers, hartkleppen, neurostimulatoren, heup-, knie- of elleboogprothesen, kunstaders, platen, vijzen en nagels, katheters, enz.



Kamersupplement (top)

Het bedrag dat het ziekenhuis per hospitalisatiedag kan factureren wanneer u voor een tweepersoonskamer of een eenpersoonskamer kiest.
Leveringen (top)

(Para)medische leveringen omvatten onder meer verzorgingsmateriaal tegen doorligwonden, kousen tegen flebitis, cold packs, sandalen voor loopgips, enz. Op een ziekenhuisfactuur omvat deze rubriek de kosten in verband met de levering van bloed, bloedplasma, bloedderivaten, moedermelk, ontsmettende baden voor brandwonden, gipsverband en ander gipsmateriaal.


Medische beeldvorming (top)

Geheel van onderzoeken waarmee een zorgverlener het lichaam inwendig onderzoekt. vb.radiografie, echografie, scan

Medische erelonen (top)

Het bedrag dat wordt aangerekend door een geneesheer voor de verstrekte verzorging.


Nazorg (top)

Ambulante zorg verstrekt (zowel in het ziekenhuis als in de praktijk van de geneesheer) in de loop van de 30 of 90 dagen na de hospitalisatie die verband houdt met deze hospitalisatie.

Niet-geconventioneerde zorgverlener (top)

Zorgverlener die zijn erelonen vrij bepaalt.

Nomenclatuurcode (top)

Aan elke medische of paramedische handeling kent het RIZIV een code toe die in de Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen wordt opgenomen. Voor elke code wordt het bedrag bepaald van het ereloon evenals het bedrag dat aan de patient wordt terugbetaald. Voorbeeld: een consultatie bij de huisarts = code 101010


Persoonlijk aandeel (top)

Het aandeel van het officieel ereloon dat ten laste van de patient blijft. Synoniem = remgeld

Prothese (top)

Menselijk lichaamsdeel van kunststof. Een prothese dient om een gebrekkig lichaamsdeel te vervangen. vb. een kunstarm, een tandprothese

Remgeld (top)

Het verschil tussen het verbintenistarief en het door uw ziekenfonds terugbetaalde bedrag.


SIS-kaart (top)

Kleine plastic kaart voorzien van een microchip waarop uw rechten als sociaal verzekerde staan vermeld (vb. verhoogde tegemoetkomingen). De kaart wordt vooral gebruikt in ziekenhuizen en apotheken.

Supplement (top)

Een toeslag die u op het officieel tarief van een verstrekking wordt aangerekend.


Thuiszorg (top)

Thuiszorg aan oude en zieke personen en aan personen met een handicap.


Verbintenistarief (top)

Alle door het ziekenfonds terugbetaalde verstrekkingen worden in een lijst opgenomen: de "Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen". Voor elke verstrekking in deze lijst werd tussen de ziekenfondsen en de zorgverleners een tarief overeengekomen: het "verbintenistarief" of het "officieel tarief".

Verpleegdagprijs (top)

Bedrag dat het ziekenfonds aan het ziekenhuis betaalt voor elke nacht dat een lid van het ziekenfonds in het ziekenhuis doorbrengt. Dit bedrag dekt de verblijfskosten en de geneeskundige verzorging van een gehospitaliseerde patient (geneesmiddelen en medische erelonen niet inbegrepen).

Verplichte Verzekering (ZIV) (top)

Het betreft het stelsel van de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (ZIV) dat in twee takken wordt onderverdeeld: de geneeskundige verzorging en de uitkeringen. De geneeskundige verzorging wordt aan de loontrekkenden en zelfstandigen terugbetaald( grote en de kleine risico's ). De uitkeringen doen dienst als vervangingsinkomen bij arbeidsongeschiktheid.

Verstrekking (top)

Door een zorgverlener verstrekte verzorging. Alle geneeskundige verstrekkingen worden opgenomen in de Nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. In een ziekenhuisfactuur of een getuigschrift voor verstrekte hulp staan de verstrekkingen vermeld in de vorm van een code.

Viscerosynthesematerieel (top)

Materiaal gebruikt bij chirurgische ingrepen. Bij bepaalde ingrepen wordt het materiaal in het lichaam ingebracht (bijvoorbeeld om een wond te hechten).


Wachttijd (top)

Periode die ingaat op de dag van aansluiting.


ZIV-tegemoetkoming (top)

Het betreft het door uw ziekenfonds wettelijk terugbetaald bedrag binnen de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Zorgverlener (top)

Persoon of instelling die verzorging verstrekt of geneesmiddelen verkoopt. vb. geneesheer, apotheker, ziekenhuis


Bron: Hospitalia (12/08)