Graag
bieden wij jullie de nieuwste en belangrijkste wijzigingen aan in de regelgeving
voor chronisch zieke mensen.
Deze soms droge en moeilijke
informatie is vertaald in hopelijk toegankelijke en vlot leesbare teksten.
De website van de Federale ombudsman werd volledig vernieuwd. Op die manier vindt u sneller de gewenste informatie terug. Het resultaat is een overzichtelijke en moderne website.
U kunt er terecht voor nieuws, praktische informatie, publicaties en statistieken. Daarnaast vindt u er een klachtenformulier, een overzicht van de aanbevelingen van de Ombudsman en een lijst met nuttige links.
Andere
ombudsdiensten
o
De ombudsdienst van het ziekenhuis: Elk algemeen ziekenhuis is verplicht
een ombudsdienst in te stellen waar je terecht kan met klachten over de opname,
behandeling of verblijf in het ziekenhuis.
o
De ombudsdiensten van het overlegplatform geestelijke gezondheidszorg
zijn provinciaal georganiseerd en hebben dezelfde functie als de ombudsdiensten
van algemene ziekenhuizen (www.ombudsfunctieggz.be).
o
De ombudsman van de verzekeringen: Heeft u
een conflict met een verzekeringsmaatschappij of een tussenpersoon in verzekeringen?
Bent u geregistreerd bij Datassur? De Ombudsman van de verzekeringen tracht
een minnelijke oplossing te bekomen bij dergelijke geschillen (www.ombudsman.as).
o
Ombudsman van de Landsbond van Christelijke
mutualiteiten: De Ombudsman
van de CM behandelt klachten over de diensten en dienstverlening van de Vlaamse
CM-ziekenfondsen, waarmee men zich vooraf reeds vruchteloos aangeboden heeft
bij het eigen ziekenfonds of waarvan
het antwoord als onbevredigend ervaren werd (www.cm.be/ombud)
o
Vlaamse ombudsdienst: U kunt bij de Vlaamse Ombudsdienst terecht
als u een klacht hebt over een van de Vlaamse overheidsdiensten. Omdat u bijvoorbeeld
verkeerd bent behandeld of omdat er iets fout is gelopen. Als uzelf niet tot
een oplossing komt met die overheidsdienst, dan gaat de Vlaamse Ombudsdienst
voor u bemiddelen bij die dienst zodat uw zaak of dossier verder correct wordt
afgehandeld (Vlaamseombudsdienst.be).
o
Federale ombudsdienst ‘Rechten van de patiënt’:
Deze ombudsdienst is bevoegd om een klacht van een patiënt in verband met
de uitoefening van zijn rechten, toegekend door de wet van 22 augustus 2002
betreffende de rechten van de patiënt, door te verwijzen naar de bevoegde
lokale ombudsfunctie. Is er geen bevoegde lokale ombudsfunctie, dan behandelt
de federale ombudsdienst de klacht zelf. Het gaat bijvoorbeeld over huisartsen,
tandartsen, apothekers, zelfstandige verpleegkundigen, zelfstandige kinesitherapeuten,
adviserende geneesheren, beroepsbeoefenaars in gevangenissen en sommige beroepsbeoefenaars
in een rust- en verzorgingstehuis of
rustoord. (sylvie.gryson@health.fgov.be)
Terug naar boven
Wie langer dan een jaar arbeidsongeschikt is, wordt in de ziekteverzekering beschouwd als invalide. In België leven 235 000 personen met een invaliditeitsuitkering omdat hun gezondheidstoestand hen niet toelaat te werken. Na een jaar ziekte bedraagt de minimumuitkering voor een gezinshoofd 1 219 euro per maand. Dat is 150 euro onder de armoedegrens. Ongeveer 38 procent van de invaliden met gezinslast moeten het met die uitkering stellen. Bovendien wegen naast de dagelijkse uitgaven de gezondheidskosten zwaar door op het budget van langdurig zieke mensen, zeker wanneer ze nog één of meerdere personen ten laste hebben.
Daarom startten CM, Ziekenzorg CM en Alteo in maart een petitie om opslag te eisen voor langdurig zieken. Ze hoopten 100 000 handtekeningen te verzamelen, uiteindelijk onderschreven meer dan 171.000 mensen de eisen.
Een delegatie van de drie organisaties heeft de petitie overhandigd aan eerste minister Herman Van Rompuy. De premier wordt gevraagd om rekening te houden met de eisen wanneer vanaf september de begroting voor 2010 wordt opgemaakt.
Kort samengevat gaat het om de volgende eisen voor langdurig zieke mensen:
o
Stijging van de minimumuitkering voor invalide gezinshoofden
met 150 euro per maand.
Geraamde kostprijs: 33 miljoen euro.
o
250 euro vakantiegeld voor alle invalide personen. Gepensioneerden
krijgen vandaag ook vakantiegeld. Bovendien gaat het om een oude belofte die
de federale overheid nog niet heeft ingelost.
Geraamde kostprijs: 59 miljoen euro.
o
Verhoging van het kindergeld voor invaliden met 100 euro per kind en
per maand. In de gezinnen van invaliden leven 108 000 kinderen.
Geraamde kostprijs: 78 miljoen euro
Terug naar boven
In 2009 werden al heel wat wijzigingen doorgevoerd.
·
Vanaf 1 januari
2009:
·
Vanaf 1 mei 2009:
·
Vanaf 1 juni 2009:
·
Vanaf 1 augustus
2009:
·
Vanaf 1 september
2009:
De regering-Van Rompuy stopt de concurrentie tussen ziekenfondsen en private
verzekeraars bij het aanbieden van hospitalisatieverzekeringen. Het gaat om
een dispuut dat al lang aansleept. Jaren geleden dienden de commerciële verzekeraars
een klacht in bij de Europese Commissie. Ze namen het niet dat de ziekenfondsen
hun leden veel goedkopere hospitalisatieverzekeringen konden aanbieden omdat
de wetgeving hun een aantal voordelen bood. Europa gaf de verzekeraars gelijk
en eiste een gelijke behandeling.
De ziekenfondsen en de verzekeraars zochten zelf naar een vergelijk, maar
schoven de hete aardappel uiteindelijk naar de regering door. Die heeft nu
knopen doorgehakt. In het goedgekeurde wetsontwerp is bepaald dat de ziekenfondsen
aan dezelfde voorwaarden moeten voldoen als de private verzekeraars.
In concreto zullen ziekenfondsen meer reserves moeten aanleggen voor hun
verzekeringen, waardoor allicht ook een hogere bijdrage zal moeten worden
gevraagd. Ook is het de bedoeling naar een gelijke belasting te gaan. Ziekenfondsen
moeten nu de belasting van 9,25 procent niet betalen die de commerciële verzekeraars
moeten ophoesten. Het is niet de bedoeling de belasting voor de ziekenfondsen
op te trekken, wel om de private verzekeraars ook te laten genieten van een
gereduceerde taks. Daar zouden wel voorwaarden aan worden verbonden. Private
verzekeraars zullen mensen tot zeker 65 jaar moeten toelaten. En ze zullen
geen mensen meer mogen weigeren die al een aandoening hebben, zoals nu al
het geval is voor de ziekenfondsen.
Terug naar boven
Wie komt in aanmerking?
Dit tarief is geldig voor alle mensen met Verhoogde Tegemoetkoming (en Omniostatuut).
Hoe verkrijg je het?
Telenet zal dit sociaal internettarief toekennen op basis van het attest VT
(verhoogde tegemoetkoming) voor Vervoersmaatschappijen. Je kan dit attest
opvragen bij de kantoren van CM.
Terug naar boven
De Belg kostte in
2007 gemiddeld 1.773 euro aan de sociale zekerheid. Dat is 5,75% meer dan
in 2006. Dat blijkt uit het jaarverslag van het Rijksinstituut voor ziekte-
en invaliditeitsverzekering (RIZIV). De kost voor de categorie tussen 10 en
19 jaar is het laagst (581 euro), die voor 90 jaar en ouder het hoogst (11.452
euro).
De gemiddelde kost steeg sterker voor zelfstandigen dan voor loontrekkenden.
De belangrijkste reden daarvoor is dat sommige zelfstandigen, namelijk starters
en personen met inkomensgarantie voor ouderen, nu ook onder de regeling vallen
van het recht op de kleine risico’s.
Opvallend is de evolutie van de terugbetaalde bedragen voor geneesmiddelen
(verzekeringsuitgaven) in 2005 en 2006. Die uitgaven dalen namelijk die twee
opeenvolgende jaren voor het eerst na jaren van vrij aanzienlijke stijging.
De daling was hoofdzakelijk het gevolg van budgettaire maatregelen in de sector,
die geleid hebben tot vermindering van de kosten van geneesmiddelen. In 2007
is het stijgingspercentage weer op een niveau vergelijkbaar met de jaren voor
2005 (+6,3%).
Het aantal uitkeringsdagen in primaire arbeidsongeschiktheid (minder dan 1
jaar ziek) steeg in 2006 al met 6,1% ten opzichte van 2005. In 2007 was die
stijging nog een pak groter: namelijk 10,5% in vergelijking met 2006.
Uit het jaarverslag blijkt voorts nog dat België eind 2007 242.086 invaliden
(loontrekkenden en zelfstandigen) telde. Dat is een stijging van 3,5% ten
opzichte van 2006 en van 7,1% ten opzichte van 2005. Belangrijkste oorzaken
van invaliditeit zijn: psychische stoornissen (psychosen, persoonlijkheidsstoornissen,
enzovoort). Daarna volgen de ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel
(rugaandoeningen, reuma, enzovoort).
Wil je meer weten?
Het jaarverslag 2008
is beschikbaar op de RIZIV-website: www.riziv.be, rubriek Het RIZIV > Publicaties
van het RIZIV.
Terug naar boven
Het Federaal Kenniscentrum voor
de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht het beleid rond weesgeneesmiddelen, medicijnen
voor patiënten met een zeldzame ziekte. Mucoviscidose en progeria (vroegtijdige
veroudering) doen bij veel mensen nog een belletje rinkelen. Bij de ziekten
van Fabry, Gaucher of Pompe horen de meesten het in Keulen donderen. Het zijn
enkele namen van weesziekten, zeldzame ziekten waarvan er naar schatting 5000
à 7000 bestaan, en waaraan minder dan 5 op 10.000 mensen lijdt. Door dit kleine
aantal patiënten trekken weesziekten minder de aandacht van wetenschappers
en is de productie van weesgeneesmiddelen financieel minder interessant voor
de industrie. Daarom zijn die geneesmiddelen vaak duur.
De studie gebeurde in samenwerking
met Yellow Window Management Consultants. De Europese impulsen voor de ontwikkeling
van deze geneesmiddelen, zoals 10 jaar marktexclusiviteit, blijken een succes
te zijn. Eenmaal deze geneesmiddelen duidelijk winstgevend zijn, zou deze exclusiviteit
echter eerder herzien moeten worden, zegt het KCE. Het KCE pleit verder voor
het opzetten van Europese patiëntenregisters om zo het natuurlijke ziekteverloop
en het effect van de meestal dure behandeling beter te documenteren. De procedure
voor het verkrijgen van terugbetaling voor individuele patiënten zou kunnen
worden vereenvoudigd.
Een sterker Europees gericht beleid
Het bewijs van de doeltreffendheid van weesgeneesmiddelen is meestal beperkt
door het kleine aantal patiënten waarbij het geneesmiddel kan worden getest.
Bovendien bestaan er weinig goede gegevens over het natuurlijk verloop van een
weesziekte. Het heeft weinig zin om dit in elke Europese lidstaat afzonderlijk
te evalueren, omdat dit het aantal patiënten nog verder beperkt. Daarom beveelt
het KCE aan om op Europees niveau registers op te stellen met gegevens over
weesziekten nog voordat er een weesgeneesmiddel wordt ontwikkeld. Registers
zijn echter geen alternatief voor degelijke studies, die daarom de standaard
zouden moeten blijven.
Herziening van de 10jarige marktexclusiviteit
bij winst
Om onderzoek naar en ontwikkeling van weesgeneesmiddelen te stimuleren werd
er door Europa een aantal maatregelen genomen, die succesvol zijn en het aantal
weesgeneesmiddelen doen toenemen. Zo krijgt een weesgeneesmiddel 10 jaar marktexclusiviteit,
waardoor er tijdens die periode voor dit product geen concurrentie is. Volgens
het KCE is het echter raadzaam de marktexclusiviteit voor die 10 jaar te kunnen
herzien wanneer blijkt dat het geneesmiddel duidelijk winstgevend is. Deze herziening
kan de prijzen sneller doen dalen.
Terugbetaling: meer economische informatie
nodig
Terugbetaalde weesgeneesmiddelen worden volledig door de ziekteverzekering
terugbetaald, de patiënt betaalt geen remgeld. In 2008 betaalde de Belgische
ziekteverzekering hiervoor tussen de 50 en 80 miljoen euro terug, ongeveer 2%
van het geneesmiddelenbudget. Per patiënt betekent dit jaarlijks tussen de 6
000 en 312 000 euro, voor in totaal 31 weesgeneesmiddelen. Indien, zoals verwacht,
het aantal beschikbare weesgeneesmiddelen verder toeneemt, zal ook meer discussie
ontstaan rond hun impact op het geneesmiddelenbudget.
De procedure die de fabrikanten moeten volgen om terugbetaling te verkrijgen
is dezelfde als voor andere geneesmiddelen, maar de te bezorgen informatie is
beperkter. Zo moeten ze niet de kost per gewonnen (gezond) levensjaar doorgeven,
terwijl dit voor de beleidsmakers toch wel zinvolle informatie is. Daarnaast
zou de budgetimpact analyse gebaseerd moeten zijn op epidemiologische gegevens
uit de registers, die ook nog moeten worden opgesteld.
Individuele
terugbetaling: minder Kafka
De terugbetaling van een weesgeneesmiddel per individuele patiënt is onderworpen
aan voorwaarden: de arts moet een aanvraag indienen bij het ziekenfonds van
de patiënt. Daar neemt de adviserend geneesheer een beslissing, doorgaans na
het inwinnen van het advies van het bevoegde College van Geneesheren voor Weesgeneesmiddelen
binnen het RIZIV.
Er zijn momenteel 18 Colleges voor 18 verschillende weesgeneesmiddelen. Het
KCE beveelt aan om de procedure te vereenvoudigen, door bij het RIZIV één centraal
loket te voorzien dat alle aanvragen kan ontvangen. Een administratie binnen
het RIZIV kan vervolgens samen met externe experten de aanvraagdossiers beoordelen
en waken over de consistente toepassing van de terugbetalingscriteria.
Persbericht KCE, 10 juli 2009
Terug naar boven
Eind april 2009 kregen 7.691
van de 14.218 erkende huisartsen (54%) van het Rijksinstituut voor ziekte-
en invaliditeitsverzekering (RIZIV) een financiële tegemoetkoming omdat ze
beschikten over een elektronisch medisch dossier. Dat blijkt uit het antwoord
van minister van Sociale Zaken Laurette Onkelinx (PS) op een schriftelijke
vraag van Louis Ide (Onafhankelijke).
Opmerkelijk is dat het aandeel
huisartsen met een EMD-dossier in Vlaanderen nog steeds veel hoger ligt dan
in de andere gewesten. In Vlaanderen worden ze gebruikt door 4.907 van de
7.656 huisartsen (64%). In Wallonië gaat het om slechts 2.178 van de 5.012
huisartsen (43%) en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om 606 van de 1.549
(39%).
De Standaard, 30 juni 2009
Terug naar boven
Een zorgtraject organiseert de aanpak, de behandeling en de opvolging van
een patiënt met een chronische ziekte. Een zorgtraject berust op de samenwerking
tussen 3 partijen, namelijk je zelf als patiënt, je huisarts en je specialist.
Het zorgtraject begint na ondertekening van een zorgtrajectcontract door de
3 partijen en loopt gedurende 4 jaar.
Momenteel is een zorgtraject voorzien voor bepaalde patiënten met chronische
nierinsufficiëntie of diabetes type 2 tijdens bepaalde fasen van die ziekten.
De inwerkingtreding is voorzien
op:
Terug naar boven
In het kader van de interministeriële conferentie heeft Julie Fernandez Fernandez
in juli 2008 een werkgroep ingesteld met daarin de federale en de regionale
overheden om bepaalde opvolgingsmechanismen in te voeren, zoals dat voorzien
is door artikel 33 van het verdrag. De volledige deelname van het middenveld,
in het bijzonder van de personen met een handicap en de organisaties die hen
vertegenwoordigen is immers onontbeerlijk om te zorgen voor de opvolging en
de toepassing op nationaal niveau van het verdrag betreffende de rechten van
personen met een handicap.
Het verdrag wil een instrument zijn van de Rechten van de Mens met een expliciete sociale dimensie. Dit verdrag is een belangrijke bouwsteen in de reeks conventies van de VN die de Universele Verklaring voor de rechten van de Mens concreter maken en ook effectieve controlemechanismen creëren. Het herbevestigt dat alle personen met een handicap moeten genieten van alle fundamentele rechten en vrijheden. Het verheldert en preciseert de wijze waarop alle categorieën van rechten van toepassing zijn op de personen met een handicap en duidt aan welke de domeinen zijn waar aanpassingen het aan deze personen mogelijk zouden maken om hun rechten effectief uit te oefenen, evenals de domeinen waar er schending van de rechten is en waar de bescherming van die rechten moet worden versterkt.
Er zijn onder meer maatregelen voorzien op het vlak van de toegang tot gebouwen en diensten, van de bescherming van kinderen met een handicap, van het recht op gezondheid en revalidatie, van de discriminatie op het gebied van werk, het recht op eigendom, toegang tot financiële diensten, recht op een aangepast levensniveau, sociale bescherming, recht op privéleven, toegang tot medische gegevens en recht op een waardige deelname aan het culturele leven.
Meer informatie vind je op www.gelijkerechten.be
Terug naar boven
Afstand |
Tarief |
Eerste 10
km |
Vast bedrag
van 56,32 euro, ook indien de afstand geen 10 km bedraagt |
11 - 20 km |
5,63 euro/km |
Vanaf 21
km |
4,30 euro/km |
Op vraag van de dienst 100 kan de Medische Urgentiegroep (MUG) worden uitgestuurd.
Deze brengt artsen en verpleegkundigen tot bij personen van wie de gezondheidstoestand
een levensbedreigend karakter vertoont.
Voor het uitsturen van de MUG op zich mogen aan de patiënt geen kilometervergoeding
of andere kosten worden aangerekend. De prestaties van de urgentiearts zullen
op de ziekenhuisfactuur wel te vinden zijn. Voor medische assistentie door
een spoedarts in het kader van een MUG-interventie bedraagt het honorarium
47,14 euro. Dit bedrag wordt volledig vergoed door de ziekteverzekering. Ook
andere technische prestaties kunnen worden aangerekend. Sommige zijn volledig
ten laste van het ziekenfonds, voor andere werd een klein persoonlijk aandeel
vastgelegd.
Helikopter
Als er een helikopter wordt ingezet vanuit de dienst 100, gelden de
tarieven van het dringende ziekenvervoer. Een helikopter kan ook functioneren
als MUG. Dan gelden de regels van de MUG en mag hiervoor bijgevolg niets
worden aangerekend aan de patiënt.
Terug naar boven
De brochure parkeerkaart werd helemaal bijgewerkt. Ze is beschikbaar in de
drie landstalen (NL, FR en DU) en dit zowel in elektronische als in gedrukte
vorm. Je vindt er alle informatie die verband houdt met de parkeerkaart, hoe
ze aan te vragen, wat de medische voorwaarden zijn om ze te verkrijgen, hoe
ze te gebruiken, de geldigheidsduur ervan,…
·
Vraag de brochure aan
o Via e-mail: handin@minsoc.fed.be
o Per fax: 02/509 81 85
o Per brief: Federale Overheidsdienst
Sociale Zekerheid
Directie-generaal Personen met een handicap
Administratief centrum Kruidtuin
Finance Tower
Kruidtuinlaan 50 bus 150
1000 Brussel
Bij de brochure kunnen, op aanvraag, nog de volgende documenten gevoegd worden.
Een op acht van de Belgische
gezinnen krijgt het financieel moeilijk omwille van uitgaven voor gezondheidszorg.
Hierdoor gaan ze vaak noodzakelijke medische verzorging uitstellen of bouwen
ze schulden op. Dit blijkt uit een grootschalig onderzoek van de Christelijke
mutualiteit (CM) in samenwerking met Ziekenzorg CM, Altéo, Okra en UCP bij
een kleine 6000 van haar leden. De CM vindt dit onaanvaardbaar en formuleert
daarom enkele aanbevelingen naar de overheid toe.
Vier op tien van de Belgische
gezinnen worden geconfronteerd met langdurige gezondheidsproblemen. Een derde
van deze gezinnen ondervindt hierdoor financiële problemen. Dit komt overeen
met 12% van de Belgische huishoudens. Gezinnen met chronische gezondheidsproblemen
zijn vaak alleenstaanden of koppels zonder inwonende kinderen. De gemiddelde
leeftijd is vrij jong en situeert zich rond de 55 jaar. De meest genoemde
ziektebeelden zijn chronische gewrichtsaandoeningen zoals arthrose en reuma,
hoge bloeddruk, ernstige rugklachten (zoals hernia) en chronische pijn. De
gezinnen die met chronische gezondheidsproblemen geconfronteerd worden geven
gemiddeld 155 tot 226 euro uit per maand voor gezondheidszorg. In gezinnen
zonder chronisch zieken is dit slechts 77 euro per maand. De posten die het
zwaarst doorwegen op de gezondheidszorguitgaven zijn geneesmiddelen, vervoerskosten,
hulp aan huis (poetshulp en gezinshulp), consultaties van huisartsen en specialisten
en ziekenhuisopnames.
De helft van gezinnen waar chronische
gezondheidsproblemen tot financiële moeilijkheden leiden, zien af van noodzakelijke
medische verzorging. De zorg die het vaakst wordt uitgesteld is de aankoop
van brillen, tandverzorging, consultaties bij huisarts of specialist en geneesmiddelen.
12 % van deze gezinnen maakt schulden om de zorg te kunnen betalen. Ook op
andere domeinen moet bespaard worden: verzekeringen, nutsvoorzieningen, vrije
tijd en kledij. De financiële problemen zijn het ergst bij alleenstaanden,
eenoudergezinnen, gezinnen onder de armoededrempel, gezinnen met een invalide
en gezinnen die hun woning huren.
In principe werkt onze ziekteverzekering
als een vangnet om te vermijden dat gezinnen met langdurige gezondheidsproblemen
financieel in moeilijkheden komen. De CM besluit uit haar onderzoek dat er
in dit vangnet een aantal gaten bestaan. Om deze tekorten op te vullen formuleert
de CM een aantal aanbevelingen.
·
Een bestaanszeker inkomen voor invaliden.
o
Stijging van de minimumuitkering voor invalide gezinshoofden met 150 euro
per maand.
o
250 euro vakantiegeld voor alle invalide personen.
o
Verhoging van het kindergeld voor invaliden met 100 euro per kind en per
maand.
·
Niet terugbetaalbare
geneesmiddelen: van analyse van gebruik tot terugbetaling.
o
De snelle opstart van een verplichte registratie van alle niet terugbetaalbare
geneesmiddelen.
o
Het bepalen van terugbetalingsvoorwaarden na een analyse op het gebruik
van deze niet terugbetaalde geneesmiddelen. De remgelden die ten laste van
de patiënt blijven opnemen in de maximumfactuur.
·
De voorwaarden van de terugbetaling voor vervoerskosten uitbreiden.
De Christelijke mutualiteit
heeft een traditie opgebouwd in het onderzoek naar chronisch zieken. Het nieuwe
onderzoek verschilt van de vorige doordat het representatief is voor de Belgische
bevolking en de focus legt op gezinnen in de plaats van op individuen. Het
onderzoek gebeurde in samenwerking met Ziekenzorg CM, Altéo, Okra, UCP en
de dienst maatschappelijk werk van de plaatselijke ziekenfondsen. Het is gebaseerd
op een schriftelijke enquête die 5.748 ingevulde vragenlijsten opleverde.
Hierdoor kreeg de CM een compleet zicht op de gezondheidskosten die ten laste
blijven van de gezinnen na terugbetaling zowel als van de niet terugbetaalde
kosten.
Terug naar boven
De begroting 2010 brengt een
aantal nieuwe elementen in de gezondheidszorg en de uitkeringen.
Gezondheidszorg:
·
De groeinorm van 4.5% blijft behouden. Slechts 2.9% wordt effectief
geïnvesteerd, de rest gaat naar het toekomstfonds en werkgelegenheidsmaatregelen.
·
Vermindering van remgeld voor medicatie, thuisverpleging en
kinesitherapie
·
Vermindering kost van hospitalisatie via medicatiekost
·
Afschaffing van supplementen in tweepersoonskamers
·
Betere terugbetaling van implantaten
·
Betere dekking van psychiatrische hulp aan huis
·
Betere dekking van vervoerskosten bij dringend ziekenvervoer.
·
Statuut voor chronisch zieken (hoewel er nog geen duidelijkheid
over de uitwerking ervan)
Uitkeringen (elementen uit het generatiepact die opgenomen zijn in de begroting):
·
De invoering van
een nieuwe drempel van 930 EUR voor de vervangingsinkomens
○
Voor wie? Wanneer beide partners leven van een uitkering in de categorie
samenwonende. 2000 tot 2500 mensen zullen hiervoor in aanmerking komen.
○
De invoering van een tussendrempel verzacht het gevolg van een beperkte
overschrijding van de eerste drempel omdat de gerechtigde niet meer van 65
% (met gezinslast) naar 40 % zakt (samenwonende) maar van 65 % (met gezinslast)
naar 55 % (alleenstaande).
○
Die nieuwe drempel ligt hoger dan het minimumbedrag dat aan de samenwonende
regelmatige werknemer wordt toegekend.
·
Beperkt vakantiegeld
onder een andere naam: een eenmalige premie van 75 EUR in mei voor de invaliden
wier arbeidsongeschiktheid langer dan 5 jaar duurt.
○
Dit is een positief signaal, ook al is het bedrag ontoereikend.
○
Het bezorgt de invaliden, net als alle anderen, een extra voordeel vóór
de zomervakantie.
○
We hebben nu een basis waarop we verder kunnen werken om het echt te laten
uitgroeien tot een vakantiegeld.
○
Ongeveer 150.000 mensen zullen hiervan kunnen genieten.
Terug naar boven