Wat is het?
Een lumbaalpunctie (ruggenprik) is een onderzoek waarbij wat liquor
uit het lichaam gehaald wordt. Liquor is het vocht dat de hersenen
en het ruggenmerg omringt, oftewel ruggenmergvocht.
Bij sommige ziekten verandert dat vocht van samenstelling. Bij het stellen van
de diagnose kan het daarom nodig zijn dat vocht te onderzoeken in het laboratorium.
Onderaan het ruggenmerg
bij de lendenwervels is een soort holte met liquor. Om wat vocht af te nemen,
prikt de arts tussen de lendenwervels in de rug. Bij dit onderzoek wordt dus
niet in het ruggenmerg zelf geprikt. Top
Bijwerkingen en risico's
Meestal verloopt een lumbaalpunctie zonder complicaties. Wel kan de arts tijdens
de punctie soms per ongeluk een zenuw raken. Dan voelt men even een soort elektrische
schok of pijnscheut in het been. Dit is even pijnlijk maar niet gevaarlijk.
Eén op de vijf mensen
krijgt na het onderzoek last van hoofdpijn, die meestal over gaat door plat
op de rug te liggen. Deze hoofdpijn is lastig maar niet gevaarlijk. Het komt
doordat er nog wat vocht uit het prikgaatje weglekt, maar dat gaatje gaat vanzelf
dicht. Top
Voorbereiding
Voor een lumbaalpunctie zijn geen speciale voorbereidingen nodig.
Als iemand bloedverdunnende
medicijnen gebruikt, moet dit van tevoren doorgegeven worden aan de arts. Bij
een punctie zouden er (na)bloedingen kunnen ontstaan. Top
De gang van zaken tijdens
het onderzoek
Tijdens het onderzoek neemt men plaats op de onderzoekstafel waarbij men op
de zij ligt of rechtop zit. De knieën moeten daarbij zo ver mogelijk opgetrokken
worden. Het hoofd moet zoveel mogelijk naar de knieën worden gebracht om
de rug zo bol mogelijk te maken.
De plaats waar wordt geprikt,
zit in het onderste deel van de rug. Soms moet de arts even zoeken waar de holte
met het vocht precies zit. Door de rug zo bol mogelijk te maken en te ontspannen,
wordt de kans vergroot dat de naald meteen goed zit. Het wegnemen van het vocht
is verder pijnloos.
Als de arts ook de druk
van de liquor moet bepalen, vindt het onderzoek liggend plaats. Men moet daarvoor
een tijdje in dezelfde houding blijven liggen en meestal het hoofd van achter
naar voren bewegen.
Het onderzoek duurt ongeveer
5 tot 15 minuten. Top
Na het onderzoek
Het is beter om na het onderzoek niet zelf auto te rijden, te fietsen of met
het openbaar vervoer te gaan omdat er soms hoofdpijn of misselijkheid kan ontstaan.
Deze klachten kunnen tot twee weken na het onderzoek opkomen en ze verdwijnen
meestal door plat op de rug te liggen.
Als deze klachten optreden
moet men een aantal dagen bedrust houden en veel drinken. Eventueel kan men
paracetamol nemen. Als de klachten langer dan een week aanhouden of als er sprake
is van koorts, moet contact opgenomen worden met de polikliniek waar het onderzoek
verricht is.
Het is verstandig om op
de dag van de punctie geen zware inspanningen te verrichten of te gaan werken.
Bedrust is alleen nodig in het geval van hoofdpijn. Ook de dagen na de punctie
is het raadzaam om rustig aan te doen en niet te veel te bukken en tillen. Napijn
op de prikplaats komt zelden voor. Top
De uitslag
Het duurt twee à drie weken voordat alle laboratoriumuitslagen bekend
zijn. Bij het volgende bezoek brengt de behandelend arts de patiënt van
de resultaten op de hoogte. Top