Morfine uit de taboesfeer halen.


Morfine boezemt velen angst in.
Ten onrechte!
Correct gebruik bij pijnpatiënten, onder toezicht van de arts, vormt een doeltreffende behandeling die gedurende lange tijd bruikbaar blijft, niet tot verslaving leidt en de levenskwaliteit verbetert

Morfine wordt meestal via orale weg toegediend. Vroeger gebeurde dit om de vier uur, onder de vorm van een siroop. Heden ten dage zijn er pilletjes voorhanden met een werkingsduur van 12 uur, zodat een inname tweemaal daags volstaat om effectieve pijncontrole tot stand te brengen. Ten onrechte valt nog voor dat morfinegebruik gevreesd, uitgesteld of geweigerd wordt. De angst die morfine inboezemt, houdt verband met de misvattingen doen er nog steeds de ronde over doen.Reden te meer om deze misvattingen eens en voor altijd recht te zetten.

Heel wat misvattingen doen de ronde

Enkele voorbeelden:
“Van morfine wordt je verslaafd ..”
Fout! Indien gebruikt voor pijnbestrijding, op voorschrift van de arts, leidt morfine nooit tot verslaving.

“Morfine verkort de levensverwachting ...”
Fout! Doorgaans is het omgekeerde waar, aangezien pijnverlichting
een zeker herstel van de patiënt mogelijk maakt.

“Morfine veroorzaakt verwarring of slaperigheid …”
Fout! Verwarring is te vermijden door de dosering aan te passen.
Eventuele slaperigheid verdwijnt na enkele dagen, zo gauw de patiënt weer op krachten is gekomen.

“Morfine dient gereserveerd te blijven
voor de laatste levensfase …”

Fout! Zo gauw minder krachtige geneesmiddelen niet meer toereikend zijn, is morfinegebruik aangewezen.
Indien nodig kan dit gebruik lange tijd doorgaan
(maanden of zelfs jaren).

Respecteer de dosering

Doeltreffende pijnstilling gebeurt aan de hand van enkele strikte regels.Het gaat erom afdoende dosissen te geven op vastgestelde tijdstippen.
Het is de basisregel nooit de pijn terug te laten opkomen.
Daardoor is het mogelijk de dosering te beperken en toch de klok rond pijnstilling te bekomen.
De behandeling dient steeds op maat gesneden te zijn, naargelang de oorsprong van de pijn, het ziekteverloop en de individuele gevoeligheid voor de geneesmiddelen. Soms probeert de patiënt, met de beste bedoelingen, op eigen houtje de hoeveelheid geneesmiddelen te verminderen, of de inname uit te stellen, zodat het tot een pijnaanval komt, waardoor de doeltreffendheid van de behandeling in het gedrang komt.
Om dit risico niet te lopen is het beter er ronduit over te praten met uw arts of verpleegkundige.

Om u te helpen:

Alleen u weet precies wanneer u pijn heeft en hoe erg de pijn is.
Alleen u kunt zeggen of de pijnstilling geslaagd is.
Aarzel nooit er over te praten met het verzorgingspersoneel.Zo helpt u hen u nog beter te verzorgen.Zowel in het ziekenhuis als thuis staan heel wat hulpmogelijkheden ter beschikking.
Wees niet bang hier inlichtingen over in te winnen.
Kankerliga 08/2006