Algemene Pijninformatie

 

In de hierna volgende tekst wordt getracht een zo goed mogelijk algemeen beeld te schetsen over wat pijn nu eigenlijk precies is, hoe het onstaat en werkt in het lichaam. Daarnaast worden de verschillende technieken van pijnbestrijding bespoken.

Het lijkt misschien overbodig en taai om een hele uitleg over het fenomeen 'pijn' door te moeten ploeteren, maar waarschijnlijk treft U hier toch veel nuttige informatie aan.
Begrijpen hoe pijn werkt, draagt al voor een deel bij aan het verwerken en/ of verminderen van pijn.

 

Inhoud:

Wat is pijn?
Pijn als zintuiglijke en emotionele ervaring.
Waarom bestaat er 'pijn'?
Acute- en chronische pijn.
Hoe ontstaat chronische pijn?
1e Conclusie

Hoe werkt 'zintuiglijke' pijn?
Is chronische pijn minder erg dan acute pijn?
Kun je van chronische pijn 'hard' worden?
2e Conclusie

(On)bewuste beïnvloeding van pijn.
3e Conclusie

Wat versterkt de pijn?
Wat vermindert de pijn?
Wat zelf te doen aan de pijn?
De zin en onzin van (bij)geloof.
Zit pijn tussen de oren?
Professionele hulp: pijnteams.
Methoden van pijnbestrijding.
Samenvatting algemene gedeelte.

1.Wat is pijn?


Iedereen heeft het al meegemaakt; pijn hoort nu eenmaal bij het leven, echter wat is pijn eigenlijk?

Pijn is een ervaring (iets wat je ervaart). Pijn is duidelijk een onplezierige ervaring. Als wij praten over pijn bedoelen wij pijn als een TOTAAL ervaring, bestaande uit twee delen, namelijk een LICHAMELIJKE pijnervaring en een EMOTIONELE pijnervaring.

De lichamelijke ervaring wordt meestal als zintuiglijk of sensorisch omschreven. Samengevat: pijn is de optelsom van zowel zintuiglijke als emotionele pijnervaring.

2. Pijn als zintuiglijke en emotionele ervaring.


Even een paar voorbeelden.

1. Een bokser krijgt een dreun op zijn lichaam; hoge zintuiglijke pijnervaring, verwaarloosbare emotionele pijnervaring (hij wil tenslotte winnen).

2.Een kind krijgt een spuitje; lage zintuiglijke pijnervaring (klein prikje), zeer hoge emotionele pijnervaring (angst voor pijn).

3. U komt met Uw hand zeer dicht bij een vlam; een verwaarloosbare zintuiglijke pijnervaring (huid wordt een beetje warm), hoge emotionele pijnervaring (angst voor verbranding).

Deze voorbeelden laten tevens zien dat pijn niet alleen betrekking heeft op werkelijke weefselbeschadiging, maar ook op mogelijk dreigende weefselbeschadiging.

 

3. Waarom bestaat er 'pijn'?


Zoals hiervoor opgemerkt hoort pijn bij het leven; sterker nog, zonder pijn is er zelfs geen leven mogelijk! Pijn heeft een belangrijke functie. Het is een waarschuwingssignaal binnen ons lichaam. Een waarschuwingssignaal zo sterk en indringend (pijnlijk dus), dat onze hersenen dit signaal niet kunnen negeren.

Als wij geen pijn gewaar zouden worden, zouden wij ons lichaam kunnen beschadigen zonder ons dit te realiseren. Dankzij de pijngewaarwording zijn wij gedwongen voorzichtig met ons lichaam om te gaan.

 

4. Acute- en chronische pijn.


Alle pijnervaringen kunnen globaal in twee groepen onderverdeeld worden: de acute- en chronische pijnen.

ACUTE PIJN: Een acute pijn treedt op direct nadat het weefsel beschadigd is. Deze pijn heeft een WAARSCHUWINGSFUNCTIE. Deze pijn geeft een signaal naar de hersenen dat er iets mis is gegaan (snee in de vinger, gebroken been enz.). Daarnaast heeft deze acute pijn een BESCHERMENDE FUNCTIE; zolang de genezing duurt zal de beschadigde plek 'pijnlijk' blijven, zodat de verwonding ontzien wordt, waardoor genezing sneller en beter tot stand komt. De acute pijn vermindert gedurende het genezingsproces en zal praktisch helemaal verdwijnen na volledige genezing.
Acute pijn is niet leuk, maar wel zeer nuttig. Acute pijn heeft een duidelijke functie: waarschuwen en beschermen.
CHRONISCHE PIJN: Het zal U niet ontgaan zijn: de mens is een complexe 'machine'. Hoe complexer de machine, des te groter wordt de kans dat er een keer iets mis gaat.
Bij een snee in de vinger geeft een zenuwvezel een ACUUT pijnsignaal af. Het pijnsignaal komt via deze zenuwvezel bij een soort 'schakelkastje'. Op dit 'schakelkastje' zijn meerdere zenuwvezels aangesloten. Verschillende van deze aangesloten zenuwvezels geven op dat moment geen signaal af. Sommige zenuwvezels geven misschien een zwak pijnsignaal af. Alleen onze 'vingersnee' zenuwvezel geeft een sterk signaal. Het schakelkastje stuurt daarom dit sterke signaal door, zodat uiteindelijk, misschien na meerdere van dit soort schakelkastjes, dit pijnsignaal bij de hersenen beland.
Soms gaat er in dit complexe systeem 'spontaan' iets mis; een zenuw kan zomaar, zonder duidelijke reden, een pijnsignaal afgeven. Of een 'schakelkastje' geeft bijvoorbeeld spontaan een pijnsignaal af, terwijl er bij geen enkele aangesloten zenuwvezel een pijnsignaal afgegeven wordt.
Deze stoorsignalen kunnen veel pijn veroorzaken. Hoewel er geen weefselbeschadiging is, ontstaat er ergens in het systeem toch een 'spontane' pijnervaring. Pijn die helaas wel degelijk gevoeld wordt. Dit soort pijnen noemen wij chronische pijnen; een pijn zonder waarschuwingsfunctie.

5. Hoe ontstaat chronische pijn?

Zoals gezegd ontstaan chronische pijnen, doordat het normale systeem van pijnsignaal verwerking ergens niet goed functioneert. Niet het weefsel is beschadigd (zoals bij acute pijn); de pijnprikkels ontstaan door een andere oorzaak.

Een voorbeeld van chronische pijn is de zogenaamde fantoompijn. Hierbij ervaart men pijn aan een lichaamdeel, dat al lang geleden werd geamputeerd. De pijn voelt zo 'echt' aan, alsof het betreffende lichaamsdeel nog aanwezig zou zijn. In dit geval is het zonder twijfel duidelijk, dat er geen sprake is van acute pijn, eenvoudig omdat het lichaamdeel 'waar de pijn zit' niet meer aanwezig is. De pijn lijkt nu 'spontaan' te ontstaan in de zenuwvezels die vroeger met dit lichaamdeel verbonden waren en nu doorgesneden zijn na de amputatie.
Een ander bekend voorbeeld van chronische pijn is de bekende hernia; voor de volledigheid geven wij hierbij meteen maar even een stukje uitleg over het ontstaan van de hernia:

Onze ruggengraat is opgebouwd uit diverse ruggenwervels. Tussen elke twee ruggenwervels bevindt zich steeds een bindweefselring. Deze bindweefselring fungeert als een soort schokdemper, zodat ruggenwervels niet te veel klappen krijgen tijdens lopen of springen.
Als tijdens een te zware belasting (verkeerd tillen, zware gewichten, overbelasting enz.) de spanning op deze bindweefselring te groot wordt, dan kan deze een klein stukje inscheuren. Als tevens de buitenste vezels inscheuren van de zachte kern in de ring, dan zal deze zachte kern enigszins naar buiten geduwd worden.
De uitstulpende massa van deze zachte kern gaat dan drukken op de omliggende weefsels en zenuwwortels.
Er is dus een wondje ontstaan en dit veroorzaakt een ACUTE pijn. Soms komt er een plaatselijke ontsteking bij, soms niet. Na verloop van tijd is er nieuw bindweefsel ontstaan en is de wond min of meer weer genezen; het ACUTE pijnprobleem is grotendeels voorbij.
Echter, de uitstulping is nog steeds aanwezig en zal misschien wel nooit helemaal verdwijnen. In sommige gevallen drukt deze uitstulping tegen in de buurt liggende zenuwwortels aan en ontstaat er een CHRONISCH pijnprobleem dat heel lang kan duren. De zenuwen waar tegen aan gedrukt wordt zijn bijvoorbeeld verbonden met de benen. Deze zenuwen gaan door de uitstulping 'spontaan' een pijnsignaal afgeven en de hersenen ervaren pijn in de bovenbenen. De patiënt voelt dit als een pijn die 'uitstraalt' naar de benen; echter, het zal duidelijk zijn, er is niets aan de hand met de benen.

 

1e Conclusie:
* Pijn is het totaal van een emotionele- en zintuiglijke (lichamelijke) pijnervaring.
* Pijn kan acuut of chronisch zijn.
* De oorzaak van chronische pijn is niet altijd duidelijk aan te geven.

 

5. Hoe werkt 'zintuiglijke' pijn?


Als weefsel beschadigd wordt (bijvoorbeeld de snee in de vinger), worden eerst de zogenaamde 'dunne' zenuwvezels (A-Delta) geprikkeld. Via deze zenuwvezels wordt een elektrisch signaal doorgegeven naar het ruggenmerg. Het pijnsignaal wordt 'doorgeschakeld' naar andere zenuwvezels en komt tenslotte bij de hersenen terecht. Deze eerste pijn voelt scherp aan, duurt niet lang en heeft een sterk waarschuwend effect..

Na deze scherpe 'piek' komt er een langdurige doffe tweede pijngewaarwording. Deze wordt veroorzaakt door allerlei chemische reacties die op de plaats van het beschadigde weefsel automatisch optreden.
In de wond worden diverse stoffen aangemaakt, zoals bradykinine en prostaglandine. Deze stoffen prikkelen vooral een ander type dunne zenuwvezels, de zogenaamde C-zenuwvezels. Het pijnsignaal dat via deze C-zenuwvezels bij de hersenen komt, wordt aangevoeld als een dof zeurende pijn.

Bovengenoemde stoffen zorgen er bovendien voor dat de C-zenuwvezels veel gevoeliger worden voor elke vorm van prikkeling, zoals aanraking of belasting ter plaatse van het beschadigde weefsel.
Deze C-zenuwvezels zorgen hierdoor voor een sterk beschermend effect; de hersenen worden er voortdurend aan de wond herinnerd, waardoor een rustproces in acht wordt genomen om genezing te bespoedigen.

 

6.Is chronische pijn minder erg dan acute pijn?


Nee, voor de pijngewaarwording maakt het niets uit of pijn veroorzaakt wordt een acute pijnervaring of een chronische pijnervaring. Pijn is pijn.

Zoals eerder vermeld bestaat pijn uit een zintuiglijk (sensorische) pijnervaring en een emotionele pijnervaring. De kans is

groot dat de emotionele pijnervaring bij een chronische pijn groter is dan bij een acuut pijnprobleem. Bij een acute pijnervaring is veelal de oorzaak van de pijn bekend (snee in de vinger). Hierdoor is het mogelijk een inschatting voor het verloop van het genezingsproces te maken.

Bij chronische pijn is een oorzaak en genezingsproces veel moeilijker vast te stellen. Deze onzekerheden verhogen de emotionele pijn.

 

7. Kun je van chronische pijn 'hard' worden?


Ja en nee. Het klinkt misschien raar, maar of iemand 'hard' of 'zacht' wordt van pijn, ligt helemaal aan de persoon zelf. Hieronder zullen wij uitgebreid op dit fenomeen ingaan.

Als het eerste pijnsignaal komt in de vorm van een pijnsteek of -scheut, dan worden de hersenen deze eerste keer verrast door deze pijnervaring. De hersenen worden hierna bedacht en alert op mogelijk nieuwe pijnverrassingen. Het tweede pijnsignaal is misschien minder sterk als het eerste pijnsignaal, maar wordt misschien toch pijnlijker ervaren omdat nu de hersenen op scherp staan. Als een pijn voortduurt, dan zullen de pijnsignalen de hersenen steeds makkelijker bereiken; het lijkt alsof er een pad gebaand wordt naar de hersenen toe.

In het begin hebben wij gesproken over schakelkastjes, waarin een keuze gemaakt wordt welke signalen doorgegeven worden. Voor alle aangesloten zenuwen is er een drempel, die in het schakelkastje genomen moet worden. De schakelkastjes worden met behulp van hormonen door de hersenen bestuurd; de hersenen kunnen de werking van de schakelkastjes beïnvloeden en deze drempelhoogte veranderen.

 

2e Conclusie:
* Pijnprikkels boven een bepaalde pijndrempel worden naar de hersenen doorgeschakeld.
* Naarmate een pijnervaring langer voortduurt, wordt de pijndrempel verlaagd.
* Bij een lagere pijndrempel zullen MEER pijnprikkels de hersenen bereiken en wordt er dus meer pijn ervaren. Een hogere pijndrempel geeft uiteraard het omgekeerde effect. Bij een hogere pijndrempel zullen MINDER pijnprikkels de hersenen bereiken en wordt er dus minder pijn ervaren.

 

 

8. (On)bewuste beïnvloeding van pijn.


Dat de pijndrempel verlaagd wordt door de toenemende alertheid van de hersenen is een lichamelijk (zintuiglijk) proces. Daarnaast vindt er een belangrijk emotioneel proces plaats. Om dit duidelijk te maken eerst maar opnieuw een paar voorbeelden:

Stel een aantal personen krijgen op hetzelfde moment dezelfde 'pijnlijke' steek in de borstkas. Bij iedereen treedt hetzelfde zintuiglijke proces op dat naarmate de pijnscheuten blijven komen, ook de pijndrempel langzaam verlaagd wordt.
Hoe verloopt echter bij iedereen het emotionele proces?

 

Bij persoon nr.1 komen hartinfarcten in de familie voor. Door de voorkennis van de familiesituatie ontstaan angst en onrust, waardoor de hersenen de schakelkastjes nog veel sterker negatief zullen gaan beïnvloeden; de pijngrens wordt nog verder verlaagd ('de sluizen staan helemaal open') en alle pijnprikkels zullen zonder belemmering in volle hevigheid bij de hersenen arriveren.

Persoon nr.2 is onze bokser (zie hierboven). Bij hem vindt ook een emotionele beïnvloeding van de pijndrempel plaats. Hij weet dat hij gisteren gebokst heeft en nogal wat dreunen op zijn borstkas kreeg. Hij weet uit ervaring (voorkennis) dat de pijprikkels na een paar dagen verdwenen zijn. Ook nu zullen de hersenen de werking van de schakelkastjes hormonaal beïnvloeden; echter in dit geval wordt de pijndrempel verhoogd, zodat minder veel minder prikkels de hersenen kunnen bereiken en er dus ook minder pijn ervaren wordt.
In de bovenstaande voorbeelden wordt de hoogte van de pijndrempel beïnvloed door allerlei emotionele processen. In feite zijn de personen hierboven zich nog niet eens bewust van het feit dat zij hun eigen pijndrempel en dus ook pijnervaring voortdurend aanpassen. We spreken hierbij van een ONBEWUSTE beïnvloeding van de pijndrempels.

Daarnaast is het ook mogelijk om dit proces BEWUST te beïnvloeden. Het vergt natuurlijk inzicht en training, maar er zijn best wel resultaten te behalen. Bekend zijn de verhalen van mensen, die dankzij jarenlange training (bijvoorbeeld yoga), in staat zijn om grote pijnen schijnbaar moeiteloos te verdragen.

 

3e Conclusie:
* Door bewuste of onbewuste emotionele processen kunnen pijndrempels beduidend beïnvloed worden; zowel positief als negatief.

 

 

9. Wat versterkt de pijn?


De pijndrempel wordt verlaagd en de pijnervaring versterkt door allerlei negatieve emotionele ervaringen. Een kleine greep:
* Allerlei gevoelens van angst, stress, gejaagdheid, depressiviteit, woede en onmacht.
* Onbekendheid met de oorzaak van de pijn, de gevolgen hiervan voor de toekomst en/ of onduidelijkheid met betrekking tot het verdere verloop.
* Gebrek aan vertrouwen in de behandelende artsen en/ of de gevolgde methode van pijnbehandeling.
* Ongelukkig voelen of ongelukkig zijn, in de privé situatie, de liefde, de baan of het gemis aan een baan.
* Enzovoort, enzovoort...

 

10. Wat vermindert de pijn?


De pijndrempel wordt verhoogd en de pijnervaring verminderd door allerlei positieve emotionele ervaringen. Wederom een kleine greep:
* In het algemeen allerlei gevoelens van vreugde, kunnen genieten van kleine en grote dingen in het leven, rust, opgewektheid, humor en lachen, voldoening en tevredenheid.
* Het hebben van één of meerdere doelen in het leven. Niet alleen met de pijn bezig zijn, maar ook met andere zaken.
* Afleiding hebben of zoeken in lichamelijke en/ of geestelijke activiteiten.
* Enzovoort, enzovoort...

 

11. Wat zelf te doen aan de pijn?


Gezien het bovenstaande ligt het antwoord voor de hand. Als onbewuste emotionele processen de pijndrempel zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden, is het dus zaak om ons zelf te trainen (aanleren) om zoveel mogelijk BEWUSTE positieve emoties te verkrijgen.

Echter zo simpel ligt dat niet. Iedereen die een serieus pijnprobleem heeft weet dat het niet zo eenvoudig is. Het klinkt leuk, maar niemand kan op commando vrolijk zijn.
En toch, hoe moeilijk ook, is dit de beste weg om zelf iets te doen aan de eigen pijnvermindering. Zelf werken aan eigen positieve emoties; hoe klein dan ook, alles helpt. Als het maar positief is.

 

12. De zin en onzin van (bij)geloof.


Als pijn een groot probleem wordt, gaan mensen soms pijn met de gekste 'hulpmiddelen' bestrijden; vaak ook aangezet enerzijds door de babbels van de moderne commercie en anderzijds door een gebrek aan vertrouwen in de reguliere wetenschap.

Er zijn mensen die met roodkoperen buizen onder hun bed slapen; geheimzinnige armbanden dragen, gemaakt van een 'uniek' materiaal; 'speciale' blauwe stenen, die overdag in de zon 'opgeladen' worden en s'nachts op de pijnlijke plek gelegd dienen te worden, handopleggers enzovoort.
Iedereen kent altijd wel iemand in zijn omgeving, die er een speciaal hulpmiddel of een afwijkende methode van pijnbestrijding op na houdt.

Is dit zinnig of onzinnig? De kans is groot dat er alleen maar een extra pijn in de portemonnee achterblijft, maar.... als het werkt dan werkt het! In dat geval hoeven wij niet verder te discussiëren, alleen het resultaat telt. Het belangrijkste is dat de pijn verminderd wordt en het maakt eigenlijk niet uit hoe dit doel bereikt wordt.

Het is echter goed om te beseffen waar de 'werking' vandaan komt. Als het werkt zit er geen geheimzinnige of mysterieuze oorzaak achter; via het geloof in zo'n hulpmiddel wordt eenvoudig de eigen emotionele beïnvloeding van de pijndrempels tot stand gebracht. Het hulpmiddel vermindert de pijn niet; het is de positieve werking van de eigen emoties die pijndemping geven. Het hulpmiddel in deze is alleen een soort trainingsmiddel, een soort katalysator, om onze eigen emoties te sturen.


Het moge duidelijk zijn: pijndemping, dat doen wij zelf binnen ons eigen lichaam en niet dat blauwe steentje.

 

13. Zit pijn tussen de oren?


Schrik niet, het antwoord is: JA, en wel om de volgende logische redenen:
1. Pijn zit niet in het sneetje in de vinger of in de zenuwbanen (daar zijn alleen maar onschuldige elektrische stroompjes); pijn wordt pas ervaren op het moment dat de pijnprikkel tot de hersenen doordringt. De hersenen zitten tussen de oren en hier bevindt zich dus de gewaarwording van zintuiglijke (lichamelijke) pijn.

2. Emoties kunnen in hoge mate bewust of onbewust pijndrempels beïnvloeden; gemakshalve gaan we er maar van uit dat emoties in de hersenen ontstaan.

"Het zit tussen de oren" is vaak een opmerking met een negatieve ondertoon, veelal laconiek geuit door mensen die zelf (gelukkig maar) nog geen serieus pijnprobleem hebben.

Zonder te beseffen waar ze over praten, slaan zij per ongeluk wel 'de spijker op de kop': de gewaarwording van pijn en de beinvloeding ervan gebeurt in de hersenen en deze bevinden zich nu eenmaal tussen de oren.

 

14. Professionele hulp: pijnteams.


Voor een deel kan een ieder zelf wat doen aan het eigen pijnprobleem en het valt ook sterk aan te raden om dit ook daadwerkelijk te doen. Daarnaast zijn er goede mogelijkheden voor professionele ondersteuning.

De meeste academische ziekenhuizen en de grotere ziekenhuizen beschikken over zogenaamde pijnteams. Deze pijnteams bevinden zich veelal op een pijnpolikliniek (polikliniek Anesthesiologie), vaak 'pijnpoli' genaamd.
Binnen deze pijnteams zijn verschillende specialisten samen werkzaam, om ieder vanuit hun eigen expertise, een optimale ondersteuning en begeleiding te kunnen bieden. Binnen het pijnteam zijn specialisten vanuit verschillende disciplines aanwezig, zoals anesthesisten, neurologen, revalidatieartsen en fysiotherapeuten.

De huisarts kan doorverwijzen naar deze gespecialiseerde vorm van pijnbestrijding.

 

15. Methoden van pijnbestrijding.


De meest gebruikte vormen van behandeling zijn:
* Toediening van medicijnen (diverse soorten pijnstillers).
* Behandeling met transcutane zenuwstimulatie (TENS).
* Aanbrengen van zenuwblokkades (tijdelijk of continu).
* Toediening van continue infusie van medicamenten in de thuissituatie, door middel van een uitwendige- of geïmplanteerde pomp.
* Een combinatie van therapieën, variërend van psychotherapie tot bijvoorbeeld fysiotherapie.
Dit overzicht is niet volledig, maar geeft een indicatie van de bestaande mogelijkheden.

 

Samenvatting algemene gedeelte.


Hiermee eindigt de algemene informatie over pijn. Wij hopen U een goed beeld geschetst te hebben over de diverse aspecten van pijn, pijnverwerking en pijnbestrijding.
De pijnbestrijdingmethoden die door de pijnteams gebruikt worden, zijn erg specialistisch. Ook wij hebben daar inhoudelijk onvoldoende kennis van om U goed te kunnen informeren.

 

 

Met onze dank aan de firma: Van Lent Systems B.V. voor het ter beschikken stellen van de info.
10/2004

 

Disclaimer:
Hoewel de site met grote zorg wordt samengesteld aanvaardt de auteur/vereniging geen aansprakelijkheid voor mogelijke onjuiste informatie.