Slapen met structuur
Typische kenmerken
van de slaap zijn een verslapping van onze spieren en een
bewustzijnsverlaging. Hartslag en ademhaling vertragen, de stofwisseling
draait op een laag pitje en de bloeddruk en lichaamstemperatuur
dalen. Wanneer door middel van een elektro-encefalogram (EEG) de
hersenactiviteit wordt gemeten, merkt men echter dat de slaap kan
ingedeeld worden in meerdere stadia. Het EEG van een ontspannen, wakkere
persoon wordt gekenmerkt door alfagolven waarvan er een tiental per
seconde optreden.
Slaapstadium 1
is de overgangsfase tussen waken en slapen:
- de spierspanning daalt, eerst in de nek (knikkebollen)
- de alfagolven worden stilaan vervangen door hogere golven
- de oogbollen gaan van onrustige bewegingen naar trage schommelingen
- soms treden korte spiertrekkingen op in benen of armen
- dit stadium duurt meestal slechts enkele minuten
Slaapstadium 2
neemt over de gehele slaapduur gezien ongeveer de helft van de totale
slaaptijd in:
- hogere golven worden afgewisseld met sigma- of slaapspoelen,
tijdens dewelke prikkels afkomstig van de zintuigen het sterkst worden
onderdrukt
- de spierspanning daalt verder
- de ogen zijn rustig
- het is een erg lichte slaap, die snel verstoord wordt
Slaapstadium
3 wordt gekenmerkt door het verschijnen van grote, trage (0,5 tot
3 seconden) deltagolven: - de spierspanning is laag - de
ogen bewegen niet - de slaap wordt dieper - wie uit deze
diepe slaap gewekt wordt, is nog enige tijd gedesoriënteerd
In
slaapstadium 4 zijn meer dan de helft van de golven trage
deltagolven kenmerkend voor een diepe slaap. De slaapstadia 3 en 4
vormen de diepe slaap die noodzakelijk is om fysiek te recupereren. De
stadia 1 tot 4 vormen zowat driekwart van de nacht. De resterende tijd
wordt gevormd door de REM-slaap.
De
REM-slaap (Rapid Eye Movement) wordt gekenmerkt
door: - een totale ontspanning van de spieren - ademhaling
en hartslag worden onregelmatiger - de doorbloeding van de
hersenen neemt toe - de ogen maken zeer snelle
bewegingen - het EEG wordt gekenmerkt door kleine en snelle golven
die gelijken op deze in waaktoestand. - wordt iemand tijdens de
REM-slaap gewekt, dan is de kans groot dat hij een samenhangend verslag
kan uitbrengen van zijn droom - omwille van de schijnbare
tegenstrijdigheid tussen de grote hersenactiviteit en de slappe spieren
wordt deze fase soms ook de fase van de paradoxale slaap
genoemd. - Onderzoekers vermoeden dat de informatie die tijdens
het waken wordt opgenomen, gedurende de REM-slaap, in afwezigheid van
storende prikkels uit de omgeving, geëvalueerd wordt en in functie van de
belangrijkheid opgeslagen of gewist wordt. De verschillende slaapfasen
volgen elkaar op volgens een bepaald patroon. Zo’n slaapcyclus duurt
ongeveer 1,5 uur en herhaalt zich 4 tot 5 maal per nacht. De diepe slaap
(stadium 3 en 4) komt vooral voor in het begin van de nacht (tijdens de
eerste twee cycli) en wordt daarna korter. Vandaar dat mensen soms zeggen
dat ‘de uren voor middernacht dubbel tellen. De lengte van de REM-slaap
neemt toe in de loop van de nacht. |