Rug en bed


(bijeenkomst Hooidonk 17/06/2000)

Door Pascal Mannekens

Pascal Mannekens is universitair kinesitherapeut gespecialiseerd in motorische revalidatie.

Tijdens zijn uiteenzetting op de bijeenkomst werden drie belangrijke thema’s aangekaart:

 

1.    Relatie tussen rugklachten een slaapcomfort

2.    De slaaphoudingen

3.    Seksuele houdingen voor mensen met pijn

 

Inleiding

 

80% van de mensen krijgt vroeg of laat te kampen met rugpijn. 10% wordt chro­nische pijnpatiënt.

Dit wijst er nog maar eens op dat de rug zeer zwaar belast wordt tijdens onze dagdagelijkse activiteiten. Alleen al zitten en vooroverbuigen is zeer belastend.

Het is dan ook niet moeilijk te begrijpen dat het noodzakelijk is om gedurende onze slaap onze rug te ontlasten.

Tijdens onze slaap daalt de druk op onze tussenwervelschijven waardoor deze kans krijgen om vocht op te nemen en hun elasticiteit te bewaren. Ook relaxen onze spieren en daalt onze hersenactiviteit en dus ook ons bewustzijnsniveau waardoor ook onze pijnwaarneming spontaan vermindert.

 

1.    Relatie tussen rugklachten en slaapcomfort.

 

Het slaapsysteem moet zich gelijkmatig aanpassen aan onze lichaamsvormen om een goede ondersteuning van de wervelkolom te bewerkstelligen zowel in zij-als ruglig.

 

Wat een ‘goed’ bed is, is individueel te bepalen afhankelijk van het gewicht, de lichaamslengte, de taillebreedte, de heupbreedte, enz...

 

Praktisch voor iedereen geldt dat de schouders het breedste punt zijn, de taille het dunst en de heupen dan weer breder. Een goede matras moet zacht zijn aan de schouders, een goede ondersteuning bieden aan de taille(=5 lage rugwervels) en een lichte ontlasting geven op de heupen.


In een goed ondersteunend bed zal de natuurlijke positie van de wervelkolom gehandhaafd blijven. Wanneer men zijlings slaapt, blijft de wervelkolom het beste in een horizontale lijn. In ruglig moet de wervelkolom zijn normale S-vorm behouden.

Concreet betekent dit dat men niet te hard, noch te zacht mag liggen, maar moet de matras in zijlig de vorm van de schouders en heupen goed opvangen en in ruglig meegeven ter hoogte van de schouders en de heupen en eveneens steun bieden ter hoogte van de nek, de taille en de benen.

 

Op een te zachte matras, staat men ‘s morgens op met rugpijn en moet men om van positie te wisselen te veel kracht uitoefenen, en bij een te harde matras is de druk op de schouders te hoog wat kan leiden tot uitstralingspijnen. Bij een te harde matras, zal men ook veelvuldig woelen en zullen permanent de verschil­lende slaapfases onderbroken worden en heeft men ‘s morgens het gevoel nog moe te zijn.

 

Aangezien er meestal een gewichtverschil is tussen beide partners, is het aan te raden om aparte matrassen aan te schaffen want een gewichtsverlies van 20kg geeft reeds aanzienlijke verschillen in de keuze van de matras.

 

Wat ook nog meespeelt bij de keuze van het slaapsysteem is de warmte-isolatie en de vochtabsorptie. De matras moet de warmte isoleren tot 30-35°C. De mens koelt ‘s nachts af en bij een slechte isolatie koelen we te fel af met mogelijk verkrampte spieren tot gevolg.


Ook vochtabsorptie is van belang aangezien we per nacht zo’n 200ml vocht afgeven. Hiervoor is wol zeer geschikt als deklaag: het neemt vocht op zonder kil aan te voelen en door zijn absorberend vermogen en goede isolatie-eigenschap­pen voorkomt wolvezel plotse afkoeling bij de temperatuurverlaging.

Bovenop wordt het beste een katoenen laag voorzien daar katoen een huidvrien­delijke vezel is die goed verdragen wordt door allergische mensen.

 

Het hoofdkussen moet aangepast gekozen worden bij de matras. De schouders zakken immers dieper weg bij een goede matras en enkel de overblijvende af­stand tussen nek en matras moet nog opgevuld worden door het hoofdkussen.

 

Er zijn verschillende soorten matassen die elk enkele specifieke voor-en nadelen hebben. Schuimmatrassen hebben goede comforteigenschappen: hardheid( maat voor de weerstand tegen indrukking), densiteit (maat voor de duurzaamheid), elasticiteit en luchtdoorlaatbaarheid. Schuim heeft echter het nadeel tempera­tuursgevoelig te zijn.

Verenmatrassen: luchtdoorbaarheid is goed, maar ligt minder comfortabel.

 

 


2.       Slaaphoudingen.

 

 

Vooraleer een goede positie aan te kunnen nemen, moet je op ideale wijze in bed belanden.

In bed doe je het best door erin te kruipen, je te laten doorzakken en dan op buik of zij te gaan liggen.

 

De beste houding is de zijlig: omdat er dan geen belastende druk is op bloedva­ten en ingewanden. Negatief tegenover de ruglig is de minder stabiele houding, met een kleiner steunvlak.

Voor rugpatiënten blijkt de foetushouding ideaal te zijn: zijlig met de benen opgetrokken.

De ruglig heeft als voordeel dat hier het grootst mogelijk oppervlak wordt gebruikt om het gewicht te verdelen, waardoor de druk op de tussenwervelschij­ven geminimaliseerd wordt. Ook is deze houding heel stabiel waardoor onze spieren maximaal ontlast worden. In ruglig kan het aangenaam zijn om kussens te gebruiken onder de knieën of in de rugholte. Om echter de juiste houding te vinden per patiënt is raadpleging van de arts aan te raden.


Doe alle inspanningen niet teniet door op de verkeerde wijze uit bed te komen maar ga op je zij liggen, gebruik je hand als steun bij het opheffen van je romp.

 

3.    Seksualiteit en lage rugpijn.

 

Lage rugpijn kan bij zowel man als vrouw aanleiding geven tot seksuele proble­men. Aan de basis van verminderd seksueel genot ligt lichamelijke vermoeidheid, de rugpijn zelf en niet te vergeten de angst voor meer rugpijn. Dit leidt naar een vicieuze cirkel waarbij seksueel contact gezien wordt als een verergering van pijn waardoor de frequentie en de duur van geslachtsgemeenschap daalt.

 

Spierrelaxatie en oefeningen die de beweeglijkheid van het bekken en de rug bevorderen, zullen ook het succes mee bepalen. Licht ook uw partner in want seksuele disfuncties gaan vaak gepaard met emoties zoals pijn, angst, schuld en schaamte.

 

Aanbevelingen:

1.       Vraag advies aan je arts

2.       Spreek met je partner af om niet door te gaan bij optreden van pijn

3.       Hecht belang aan het voorspel

4.       Open communicatie in het gezin is de sleutel tot succes

5.       Blijf positief denken en verwijt mekaar niets


6.       Blij niet te lang in dezelfde houding, tracht deze te wijzigen om span-           ningen, pijn en vermoeidheid te voorkomen

7.       Rust voldoende indien nodig

8.       Laat de persoon met pijn passief genieten( partners: er is ‘werk’ aan de          winkel!!!)

9.       Als het pijn doet moet men een andere houding zoeken of er desnoods          een tijdje mee stoppen en hierin berusten.

10.   Zorg dat je ligt op een stabiel slaapsysteem en verhoog de belastbaar-      heid van de rug door relaxatieoefeningen.