Een origineel geneesmiddel kost 20 euro en wordt terugbetaald in categorie B. Het remgeld ten laste van een (actieve) patiënt bedraagt 25%, dus 5 euro. De kost ten laste van de ziekteverzekering is dus(20-5)= 15 euro. Een generiek wordt op de markt gebracht en mag maximaal 14 euro kosten (-30% in vergelijking met het origineel). Het remgeld bedraagt 25% van 14 of 3,5 euro. De kost ten laste van de ziekteverzekering bedraagt dus (14-3,5) = 10,5 euro. Indien de patiënt toch het origineel geneesmiddel voorgeschreven krijgt en de prijs van het origineel geneesmiddel ongewijzigd gebleven is, zal de patiënt niet langer 5 euro betalen, maar (20-10,5) = 9,5 euro, of een stijging met 90%! De meerkost bedraagt zelfs 170%, indien we dit vergelijken met het remgeld voor het generiek. Ben je in dit voorbeeld gerechtigd op een verhoogde tegemoetkoming dan betaal je in plaats van minder nog MEER. |
Remgeld per basismodule |
||||
Galenische vorm |
WIGW |
Actieve |
Basismodule |
Max Vergoedb. |
Gelulen, ouwels |
€ 0.30 |
€ 1.10 |
10 stuks |
60 stuks |
Poedertjes |
€ 0.30 |
€ 1.10 |
10 stuks of 50g |
40 stuks of 200g |
Zetpillen |
€ 0.30 |
€ 1.10 |
5 stuks |
20 stuks |
Vloeistof inwendig gebruik |
€ 0.30 |
€ 1.10 |
100g |
400g |