Verslag van de bijeenkomst in februari
2003
Onze samenkomst van 15 februari.
Vermits onze afgesproken spreker onverwacht afwezig bleef op de bijeenkomst,
vertelde Ellen ons haar verhaal.
Laten wij nog even terug gaan naar onze bijeenkomst rond
PIJN en MEDICATIE. Het was dit keer een bijeenkomst waarin wij met elkaar in
debat zijn gegaan omtrent ons medicatie gebruik, de pijn -beheersing en de afhankelijkheid.
Ellen Minnen, is een van ons. Pijnpatiënt en lid
van 't Lichtpuntje. Wij hebben haar bereid gevonden om ons haar verhaal te vertellen.
" PIJN: je hoort bij mij ondanks alles " zegt
Ellen Minnen.
Het begon 14 jaar geleden. Ik had al een hele tijd het
gevoel dat ik met mijn werk als boekhoudster steeds meer moeilijkheden kreeg.
Ik kon niet zo goed meer zitten. Röntgenfoto's en scanner - onderzoek brachten
een hernia aan het licht: de pasta tussen de wervels die op een bepaalde plaats
buiten het omhulsel kwam en tegen de zenuwen drukte. In maart 1989 werd ik daarvan
in Turnhout geopereerd. In het begin leek alles in orde te komen, maar een adviseur
van het ziekenfonds ontdekte dat er iets niet klopte. Ik had nog steeds hevige
pijn als ik bepaalde bewegingen uitvoerde. Ik werd verder onderzocht. Een myelografie
werd toegepast: ruggenmerg mengen met een kleurstof om de kritieke punten te
lokaliseren. Vier hernia's in de lendenwervels kwamen aan het licht. In Turnhout
vond men de toestand te ingewikkeld, ik werd doorverwezen naar Vilvoorde. Daar
kreeg ik een soort harnas dat de druk op mijn wervels moest verzachten. Het
was de bedoeling dat ik met dat korset min of meer normaal zou functioneren,
maar dat lukte niet, de pijn bleef enorm. In juli 1989 voerde men in Vilvoorde
een nieuwe operatie uit. Mijn rug werd vastgezet op 4 niveaus met een metalen
staaf en bot afkomstig van mijn doornuitsteeksels van mijn rug. Intussen hadden
mijn ouders en ik alle reden om behoorlijk gealarmeerd te raken, want ik was
immers nog maar 22 jaar oud. De dokter vertelde dat ik zou moeten leven als
een persoon van 50 jaar. Wat het verschil was met een 22 jarige, was me niet
zo goed duidelijk.
Na de operatie moest ik na 6 uur reeds uit mijn bed.
Omdat ik niet op mijn benen kon staan had men niet beter gevonden om me aan
de bedsponnen te hangen en het bed hoger te zetten.
Ik hing dus op mijn armen, na 10 min. kon ik niet meer blijven hangen. De hoofdverpleger
had dit gemerkt en zette met volle snelheid dat bed naar beneden. Waardoor ik
in een klap naar voren viel en mijn metalen staaf aan de rechterkant los gesprongen
was. Na 6 maanden van onophoudelijke pijn en ellende werd er vastgesteld dat
de metalen staaf al die tijd tegen mijn ichiaszenuw gezeten had en die nu hierdoor
onherroepelijk beschadigd is.
In januari 1990 werd de staaf weggenomen. Tussendoor probeerde ik toch maar
weer aan het werk te gaan, maar dat lukte niet. Ik viel flauw op het werk, ik
begon ook fouten te maken door de pijn, het ging gewoon niet.
Men stelde voor hulp te zoeken in een pijnkliniek. Tijdens de wachttijd die
daaraan vooraf ging kreeg ik toevallig een programma op de Nederlandse televisie
te zien. Het ging over pijnbestrijding door middel van zenuw - blokkade, toen
een nieuwe methode ontwikkeld door een Nederlandse prof. Intussen hadden we
ook nog andere dingen geprobeerd: accupunctuur, steunzolen, zoveel dingen dat
ik ze me nog nauwelijks herinner. Je probeert alles wat verlichting zou kunnen
brengen.
Voor de zenuwblokkade - methode was er een wachttijd 14 maanden in Nederland.
Maar men zei erbij dat je in het Brugse Sint-Jansziekenhuis sneller kon behandeld
worden.
Wij daar naartoe.
Tussen mei en augustus 1990 werd die werkwijze op mij
toegepast. Het komt erop neer dat de zenuwen opgespoord worden en het pijngeleide
gedeelte tijdelijk uitgeschakeld door middel van opwarming. Telkens de zenuw
zich hersteld heeft is een nieuwe behandeling vereist.
Eén en twintig keer hebben ze het bij mij geprobeerd, maar zonder het
gewenste resultaat.
En telkens was het zeer pijnlijk en je kreeg het gevoel dat er iets heel zwaar
op je rug stond door het extra toediende van elektriciteit.
Omdat de pijn ondraaglijk bleef, besliste men uiteindelijk een morfinepompje
in te planten. Zo'n apparaat brengt een constante dosis morfine rechtstreeks
aan het ruggenmerg via een kateter. Het is doeltreffender dan pijn- pieken bestrijden
met oraal toegediende pijnstillers. Bovendien kan men de doses zeer laag houden.
Toch bracht ook dit hulpmiddel nieuwe ongemakken met zich mee. Via een proefpomp,
uitwendig gedragen, moet de patiënt eerst wennen aan de morfine en haar
randverschijnselen. Bij mij waren dat vooral jeuk, braakneigingen en hormonale
problemen.
Veertien dagen was ik doodziek, maar de pijn nam af. In januari 1991 werd zo'n
pompje bij me ingeplant. Om de drie weken werd het opnieuw gevuld met een morfinemengsel,
via een naald.
Zeven maanden ging het goed. Relatief goed, want ik behield bijna constant het
misselijkheidgevoel.
Na een goed half jaar belandde ik in een aantal noodsituaties: ik kon mijn motoriek
niet meer controleren, viel constant flauw, beefde over heel mijn lijf en leed
veel pijn en kon niet meer lopen. Ik was precies een lappenpop. Ongeveer tweewekelijks
keerden die uiterst kritieke momenten weer en duurde meestal zes dagen.
's Morgens en 's avond moest ik dan nog extra morfine-inspuitingen krijgen.
Na die inspuitingen kon ik even tot rust komen.
Na drie jaar van ellende kwam ik terecht in Eeklo bij
Dr. Maeyaert. Die kwam in vijf minuten tijd tot de conclusie dat ik tijdens
die kritieke momenten afkickverschijnselen vertoonde, te wijten aan onregelmatige
werking van de morfine-pomp veroorzaakt door een NMR-onderzoek. De pomp was
stuk en volledig ontregeld.
Twee weken later kreeg ik een nieuwe, computergestuurde pomp? Deze werkte veel
nauwkeuriger in de dosering. Na 3 maanden testen van dosissen en het uitproberen
van gecombineerde producten in de pomp. Werd er besloten om deze pomp stil te
leggen en me te laten overschakelen op orale toediening van morfine.
Nu neem ik 200 mg Kapanol een 24 uur morfine. Ik voel me nu veel beter wat pijn
en bijwerkingen betreft. Maar ik kan nog steeds niet blijven rechtstaan of lang
rechtop zitten.
De morfine neemt ook veel van mijn energie weg. Ik moet echt 'sparen' om de
eenvoudigste handelingen uit te voeren. Ik kan ongeveer vijf uur per dag recht
zijn de andere tijd lig ik plat op mijn bed.
Ik wik voortdurend de balans tussen pijn en activiteit.
In oktober 2001 werd ook mijn 2de ingeplante pomp verwijderd.
Ik ben door een diep dal gegaan. Meer dan eens zat ik
met mijn hoofd tegen de muur van dat ontzaglijk groot ziekenhuis dat mij niet
kon helpen. Soms dacht ik: ik maak er een einde aan. Enkele jaren van je leven
waarover je niets zinnigs kan doorvertellen, het is toch wat. Nu nog sta ik
regelmatig voor mijn eigen onbegrip. Ik kan me niet meer voorstellen hoe het
is om een hele dag actief te kunnen zijn. Mijn geheugen gaat terug naar mijn
chiro tijd.
Dokters nemen zoveel technische taal in de mond, zij spreken over de ingewikkeldste
operatie. Maar over de kwaliteit van het leven nadien worden weinig woorden
gesproken.
Ik zal nog vaak onder doktershanden moeten, maar ik hoop nu toch een tijdje
uit het ziekenhuis weg te blijven: 237 dagen witte wereld is voorlopig wel genoeg.
Uiteindelijk is er toch een zeker evenwicht ontstaan, ik geniet nu van de kleine
dingen in het leven en denk alleen nog maar aan dingen die ik kan. Mijn volgende
uitdaging is leren duiken.
Hopen dat het me lukt.
"Als het vandaag moeilijk is, denk maar morgen wordt
het wel weer beter!" zegt Ellen Minnen.
Dit was weer een voor velen zeer herkenbaar verhaal.
En als Ellen dan ook nog even over de kosten van dit alles begint, bracht dit
ons op de onlangs door Minister Vandenbroucke verhoogde prijzen van de medicamenten,
met uitzondering van de "generische" ( wij noemen dat de witte producten),
die volgens de minister toch exact hetzelfde zouden zijn, en die dus voor zowel
zijn ministerie als voor de patiënt besparingen zouden opleveren.
Goed voor iedereen dus, ware het niet dat er vanuit de patiënten getuigd
werd, dat er wel verschillen zijn. Met name o.a. in het bindmiddel dat de werkzame
stoffen moet bij elkaar houden zouden verschillen zijn, zodat ze voor sommige
patiënten zeer vervelende bijwerkingen tot gevolg hebben.
Goed wij zijn er nog niet uit, met de medicatie bedoelen
wij dan.
Gevolg is dat wij het er in de twee volgende samenkomsten
nog zullen over hebben.
DANK aan ALLEN, in 't bijzonder aan ELLEN MINNEN.