Opbouw van de ruggenwervel(rug/hersenen zenuwbanen)
Opbouw van de ruggenwervel(rug/hersenen zenuwbanen)
Gevolgen van ruggenmergletsel. Welke gedeelte van de wervelkolom is beschadigd?
|
Dermatomen
|
|
|
De wervelkolom wordt in vier niveaus verdeeld: cervicaal (hals), thoracaal (borst), lumbaal (laag in de rug), en sacraal (heiligbeen). Elke zone wordt aangeduid met een letter (C, T, L of S). De wervels binnen elk gebied van de wervelkolom worden van bovenaf genummerd. De bovenste wervel op cervicaal niveau heet C1, de tweede C2, de tweede wervel op thoracaal niveau T2 en de vierde wervel op lumbaal niveau L4.
De zenuwen lopen vanaf de wervelkolom naar specifieke gebieden in het lichaam. Door vast te stellen waar bij de patiënt zwakte, verlamming of een functieverlies (en derhalve beschadiging van de zenuwen) optreedt, k an de neuroloog afleiden op welk niveau de werv elkolom is beschadigd.
|
Dermatomen zijn huidgebieden die worden geïnnerveerd door zenuwvezels van één enkele ruggenmergzenuw. Voor de zeven cervicale wervels zijn er acht van deze zenuwwortels. Voor de overige 12 thoracale, vijf lumbale en vijf sacrale wervels geldt dat elke wervel één zenuwwortel heeft die specifieke huidgebieden innerveert. De afbeelding laat zien hoe de zenuwen de verschillende gebieden innerveren. De zenuw afkomstig van de vijfde lumbale wervel, L5, innerveert bijvoorbeeld een huidstrook langs de onderzijde van de rug, de buitenkant van het bovenbeen, de binnenkant van het onderbeen en de hiel.
|
De opbouw van de wervelkolom
|
Kenmerkende structuur van een zenuwcel
|
|
|
De wervelkolom is letterlijk een kolom van botten, de wervels. De wervels beschermen het ruggenmerg, een lange en kwetsbare structuur die door het midden van de wervelkolom loopt. Tussen de wervels bevinden zich kraakbeenschijven die de wervelkolom beschermen tegen schokken. Tussen de wervels door treden vanuit het ruggenmerg twee zenuwbundels naar buiten, de ruggenmergzenuwen. Deze bundels bevatten zowel motorische als sensibele zenuwvezels, die het ruggenmerg en de hersenen in staat stellen met de rest van het lichaam te communiceren. Hoewel het ruggenmerg driekwart van de lengte van de wervelkolom beslaat, zijn sommige zenuwen langer dan het merg. Deze zenuwbundel wordt de cauda equina genoemd omdat hij op een paardenstaart lijkt.
|
Het zenuwstelsel bevat ten minste 100 miljard zenuwcellen, die als draden door het gehele lichaam lopen. Ze maken verbindingen tussen de diverse hersengebieden de hersenen en de rest van het lichaam. Een zenuwcel of neuron bestaat uit een groot cellichaam plus een enkele lange uitloper, het axon, waarmee signalen worden verzonden. De neuronen hebben doorgaans veel vertakkingen, de dendrieten, waarmee signalen worden ontvangen. Gewoonlijk verzenden zenuwen hun signalen elektrisch en in één richting, namelijk van het axon van het ene neuron naar de dendriet van het volgende neuron. Op de contactpunten tussen neuronen (synapsen) worden door het axon, dat het signaal geleidt, kleine hoeveelheden zogenaamde neurotransmitters afgescheiden. Deze stoffen activeren receptoren op de dendriet van het volgende neuron waardoor een nieuw elektrisch stroompje wordt opgewekt. Verschillende typen zenuwen maken gebruik van verschillende neurotransmitters om hun signaal via de neuronen over te dragen.
|
De lumbaalpunctie: hoe wordt deze uitgevoerd?
|
De zenuwplexussen: de schakel-kasten van het zenuwstelsel
|
|
|
Dit onderzoek is ook wel bekend als de ‘ruggenprik’ of ‘lumbale punctie’. Een dunne, holle naald wordt in het onderste gedeelte van het ruggenmergkanaal ingebracht, meestal tussen de vierde en vijfde lendenwervel, onder het punt waar het ruggenmerg eindigt. De ruggenmergvloeistof (cerebrospinale vloeistof of liquor) druppelt via de naald in een reageerbuisje, waarna het monster voor laboratoriumonderzoek wordt opgestuurd.
|
Een zenuwplexus is een netwerk van ineengevlochten zenuwen en lijkt op een schakelkast in een huis. Er zijn vier zenuwplexussen in het rompgedeelte van het lichaam. De plexus cervicalis verzorgt de zenuwverbindingen naar hoofd, hals en schouder, de plexus brachialis naar borst, schouder, bovenarm, onderarm en hand, de plexus lumbalis naar rug, onderbuik, lies, heup, knie en het been en de plexus sacralis, sluit aan op bekken, billen, geslachtsdelen, bovenbeen, been en voet. Omdat de plexus lumbalis en plexus sacralis onderling zijn verbonden, worden ze ook wel samen de plexus lumbosacralis genoemd. De intercostale zenuwen bevinden zich tussen de ribben. |
Ruggenmerg zenuwen
|
Wervels- ruggenmerg zenuwen
|
|
|
De ruggenmergzenuwen zijn de 31 paar zenuwen die aan het ruggenmerg ontspringen en naar de talrijke verschillende weefsels in de ledematen en de romp lopen.
Alle ruggenmergzenuwen zijn gemengde zenuwen: ze bevatten zowel vezels die prikkels van de verschillende delen van het lichaam overbrengen naar het ruggenmerg (sensibele zenuwen), als vezels die de impulsen vanuit het ruggenmerg verzenden naar de spieren en andere weefsels (motorische zenuwen).
|
Onze wervelkolom bestaat uit een opeenstapeling van 24 wervels en 23 kraakbenige tussenwervelschijven. Tussen 2 wervels bevindt zich een tussenwervelschijf of discus. Deze schijf bestaat uit een zachte geleiachtige kern, omgeven door een stevige buitenste kraakbenige ring. Ze fungeert niet alleen als schokdemper bij het lopen en springen, maar maakt ook bewegingen tussen de verschillende wervels mogelijk. Wanneer je bijvoorbeeld naar voren buigt, wordt de tussenwervelschijf aan de voorkant sterk samengedrukt. Maar dankzij de zachte kern in het midden, kan deze druk goed opgevangen en uiteindelijk verdeeld worden over de buitenste ringen.
|
Overzicht van de hersenen
|
Het hersen-spiercircuit
|
|
|
De functies van de hersenen zijn mysterieus en opmerkelijk. De hersenen zijn de bron van alle gedachten, meningen, herinneringen, gedragingen en stemmingen. Ze vormen de zetel van het denken en zijn tevens het controlecentrum voor de rest van het lichaam. De hersenen coördineren ons vermogen om te bewegen, te voelen, te ruiken, te horen en te zien. Ze stellen ons in staat woorden te vormen, getallen te begrijpen en te gebruiken, muziek te componeren en ervan te genieten, geometrische vormen te zien en te begrijpen en met anderen te communiceren. De hersenen kunnen zelfs plannen maken en fantaseren.
De hersenen beoordelen alle prikkels, of ze nu afkomstig zijn van de inwendige organen, het lichaamsoppervlak, de ogen, oren of neus. Ze reageren vervolgens op die prikkels door aanpassing van de lichaamshouding, de beweging van ledematen of de snelheid waarmee de inwendige organen werken. De hersenen kunnen ook de mate van alertheid en de stemmingen regelen.
|
Zenuwen zijn met elkaar verbonden en geleiden hun prikkels via synapsen. Bij het bewegen van een spier zijn twee complexe zenuwbanen betrokken: de sensibele zenuwbaan naar de hersenen en de motorische zenuwbaan naar de spier. Er kunnen twaalf stappen worden onderscheiden:
1. Zintuiglijke receptoren in de huid nemen gevoelens waar en zenden een signaal naar de hersenen.
2. Het signaal wordt langs een sensibele zenuw naar het ruggenmerg geleid.
3. Een synaps in het ruggenmerg verbindt de sensibele zenuw met een ruggenmergzenuw.
4. De zenuw steekt over naar de andere zijde van het ruggenmerg.
5. Het signaal wordt langs het ruggenmerg omhoog gezonden.
6. Een synaps in de thalamus verbindt de ruggenmergzenuw met zenuwvezels, die de prikkel naar het sensibele gedeelte van de hersenschors geleiden.
7. Het sensibele gedeelte van de hersenschors verwerkt de prikkel en wekt in het motorische gedeelte van de hersenschors een bewegingsprikkel op.
8. De zenuw die de prikkel geleidt, steekt over bij de hersenbasis.
9. De prikkel wordt langs het ruggenmerg omlaag gezonden.
10. Een synaps verbindt het ruggenmerg met een motorische zenuw.
11. De prikkel wordt langs de motorische zenuw naar de spier geleid.
12. De prikkel bereikt de motorische eindplaat vanwaar deze een spierbeweging stimuleert.
|
Bloedtoevoer naar de hersenen
|
Waarom CVA’s slechts één lichaamshelft aantasten
|
|
|
Het bloed wordt door twee paar grote slagaders naar de hersenen gevoerd: de halsslagaders en de wervelslagaders. De halsslagaders voeren bloed van het hart aan langs de voorzijde van de hals en de wervelslagaders langs de achterzijde van de nek langs de wervelkolom. Deze grote slagaders monden uit in een cirkel van andere slagaders, waaruit kleinere slagaders ontspringen, zoals bij een verkeersrotonde. Deze aftakkingen voeren het bloed naar alle delen van de hersenen. |
CVA’s beschadigen doorgaans slechts één hersenhelft. Omdat de zenuwen in de hersenen kruiselings oversteken naar de andere helft van het lichaam doen de symptomen zich voor in de lichaamshelft tegenover de aangetaste hersenhelft.
|
Plaatsen van hersenbloedingen
|
|
|
|
Een hersenbloeding ontstaat als er een bloedvat in de hersenen openbarst. In de volksmond spreekt men ook wel van een beroerte. Als dit gebeurt wordt een deel van het hersenweefsel overspoeld met plasma-eiwitten en rode bloedcellen, wat weefselsterfte tot gevolg heeft.
Overigens kan een beroerte ook ontstaan door het verstopt raken van een bloedvat, wat veel vaker voorkomt. |
|
Bron: ManuelMerck Wikipedia (09/2011)
Weergaven: 80715