Veiligheid van de anesthesie
Algemene informatie
Overzicht van de verschillende complicaties:
- Zeer frequent voorkomende (1/10) tot frequent (1/100) voorkomende nevenwerkingen of complicatie
- Niet-frequente (1/1000) nevenwerkingen of complicaties
- Zeldzame (1/10.000) tot uiterst zeldzame (1/100.000) nevenwerkingen of complicaties
Zeer frequent tot frequent (1/100) voorkomende nevenwerkingen of complicaties
- misselijkheid en braken na een anesthesie
- keelpijn
- duizeligheid en troebel-zien
- rillen
- hoofdpijn
- jeuk
- rugpijn en andere pijnen
- pijn tijdens injectie van medicatie
- blauwe plekken en pijn ter hoogte van de injectieplaats
- verwardheid en geheugenstoornissen
Niet-frequent (1/1000) voorkomende nevenwerkingen of complicaties
- longinfectie
- blaasproblemen
- spierpijn
- verstoorde ademhaling
- schade aan lip, tanden of tong
- effecten op voorafbestaande ziekte
- wakker worden tijdens narcose
Zeldzame (1/10.000) tot uiterst zeldzame (1/100.000) nevenwerkingen of complicaties
- Ernstige allergische reactie op medicatie
- Niet wakker worden na anesthesie
Vandaag beschikken wij echter over geneesmiddelen, waarbij deze complicaties minder frequent voorkomen.
Misselijkheid en braken
Verschillende factoren kunnen misselijkheid en braken na een operatie veroorzaken en is dus niet altijd te wijten aan de anesthesie.
Hieronder hebben we een aantal van de verschillende oorzaken opgesomd, die aan de basis kunnen liggen van misselijkheid of braken na de ingreep:Indien u reeds uit vroegere ervaringen weet dat u makkelijk last hebt van misselijkheid en braken na een operatie, is het ook aan te raden om dit probleem reeds bij uw preoperatief gesprek met de anesthesist te vermelden. Op die manier kan de anesthesist hier reeds tijdens uw operatie preventief op inspelen door het toedienen van gepaste medicatie.
Deze misselijkheid kan enkele uren tot enkele dagen duren enkan met anti-braak-medicatie (Zofran, Litican, Primperan) behandeld worden.
- Stress veroorzaakt door de chirurgie
- Bepaalde operaties (vb. laparoscopie)
- Angst
- Pijn
- Bepaalde medicatie gebruikt tijdens de anesthesie
- Pijnmedicatie (vb. morfine)
- Voorgeschiedenis van reisziekte
Keelpijn
Wanneer de anesthesist een buisje in de keel geplaatst heeft om je te helpen ademen, kan je na de operatie enkele uren tot dagen last hebben van keelpijn. Dit kan behandeld worden door pijnstillende zuigtabletjes
Duizeligheid en troebel-zien
De medicatie gebruikt tijdens de anesthesie en verlies aan bloed kan je bloeddruk verlagen, waardoor je als het ware je volet flauwvallen. Toediening van medicatie of vocht via het infuus kan hieraan verhelpen.
Troebel-zien na een algemene anesthesie kan ook veroorzaakt worden door de beschermende oogzalf.
Rillen (= shivering)
Het is mogelijk dat u na de operatie begint te rillen. Dit kan veroorzaakt worden door het feit dat uw lichaam afgekoeld is tijdens de operatie, door bepaalde medicatie of door stress.
In die gevallen kan men na de operatie u bedekken met een warm deken.
Hoofdpijn
Hoofdpijn kan veroorzaakt worden door de anesthesie-medicatie, door de heelkundige ingreep, door vocht-tekort of door angst.
Een meer hevige hoofdpijn kan voorkomen na een spinale of epidurale anesthesie (de zgn. “ruggeprik”). Deze hoofdpijn kan enkele dagen na het prikken optreden en kan behandeld worden met pijnmedicatie. Wanneer de hoofdpijn langer duurt kan er een specifieke behandeling nodig zijn.
Jeuk
Jeuk kan een ongewest effect zijn van morfine-achtige produkten, maar het kan ook optreden als een allergische reactie. Wanneer je jeuk hebt kan het met andere medicatie behandeld worden.
Rugpijn en andere pijnen
Ondanks het feit dat men tijdens de operatie er grote zorg voor draagt om u in een goede positie te plaatsen kan het zijn dat u na de operatie rugpijn of pijn in andere gewrichten hebt. Dit wordt veroorzaakt door tijdens de operatie op een harde tafel te liggen in dezelfde positie.
Pijn door injectie van medicatie
Bepaalde medikamenten kunnen een brandend pijnlijk gevoel geven wanneer ze geinjecteerd worden.
Pijn of bloeduitstorting thv het infuus
Bloeduitstortingen en pijn kunnen optreden in de buurt van het infuus. Het kan veroorzaakt worden door het openspringen van een bloedvat, door beweging of door infectie. Dit verdwijnt meestal zonder verdere behandeling. In sommige gevallen kan men het infuus op een andere plaats aanbrengen moest je teveel last hebben.
Geheugen- en concentratiestoornissen, verwardheid en andere mentale gevolgen
Na een algemene anesthesie voelt een patiënt zich vaak nog suf of slaperig, zwak of wat duizelig en vermoeid. Lichte concentratiemoeilijkheden, wazig zicht en coördinatiemoeilijkheden kunnen eveneens voorkomen. Het is juist omwille van deze redenen dat een patient die een anesthesie heeft ondergaan de eerste 24 uur niet met de wagen mag rijden, geen machines mag bedienen of geen belangrijke beslissingen mag nemen. Deze neveneffecten hangen sterk samen met de soorten medicatie die men heeft gebruikt, het type operatie en het type patiënt ( leeftijd, alcoholgebruik,… ). In de meeste gevallen verdwijnen deze neveneffecten zodra de anesthesiemedicatie uitgewerkt is.
Na een algemene anesthesie zal u zich niets herinneren van de operatie. Een normaal verlopen algemene anesthesie leidt echter niet tot geheugenstoornissen op lange termijn. Bejaarde patiënten hebben vaker en meer last van geheugen- en concentratiemoeilijkheden na een algemene anesthesie of grotere operaties. Ook dit herstelt meestal op wat langere termijn.
Verwardheid en onaangepast gedrag kan soms voorkomen, maar wordt vaker gezien bij bejaarden, patiënten die verdovende middelen gebruiken of lijden aan alcoholisme of bij mensen met een psychiatrische voorgeschiedenis. Sommige medicamenten kunnen verwardheid ook uitlokken. Indien onrustige opwinding en/of verwardheid optreden, wordt dit met medicatie behandeld.
Longontsteking
Het risico op een longontsteking is groter bij mensen die roken. Dit kan aanleiding geven tot ademhalingsproblemen. Daarom is het aangewezen om te stoppen met roken enkele weken voor de operatie
Blaasproblemen
Na bepaalde operaties en voornamelijk na spinale of epidurale anesthesie (de zgn. ruggeprik) kan het zijn dat mannen last hebben van niet-kunnen-plassen en vrouwen last hebben van urineverlies. Om deze reden kan het zijn dat er een blaassonde moet geplaatst worden.
Spierpijn
Wanneer een dringende operatie moet doorgaan, wanneer je nog net gegeten hebt, dienen we in sommige gevallen de spierverslapper succinylcholine of myoplegine toe. Dit kan aanleiding geven tot spierpijn na de operatie en gaat spontaan over.
Trage ademhaling
Sommige pijnmedicatie kan een vertraagde ademhaling veroorzaken na de operatie. Wanneer spierverslappers nog niet volledig uitgewerkt zijn kan er algemene spierzwakte (ook van de ademhalingsspieren) optreden. Dit kan behandeld worden door andere medicatie toe te dienen.
Schade aan tanden, lip, tong
Er kan schade aan de tanden optreden omdat het kan zijn dat je de tanden op elkaar bijt bij het wakker worden.
Tijdens het plaatsen van een tube (= buisje om de ademhaling te ondersteunen tijdens een algemene narcose) kunnen je tanden ook beschadigd worden. Dit valt meer voor bij patiënten met een beperkte mondopening, met een stijve nek of kleine kaak.
Achteruit gaan van een bestaande ziekte
Het chirurgisch en anesthesiologisch team zorgen ervoor dat de anesthesie in optimale omstandigheden kan beginnen. Wanneer je voor de operatie een hartaanval of een hesreninfarct hebt gehad, dan kan dit probleem steeds opnieuw optreden, ook tijdens een anesthesie. Andere aandoeningen zoals suikerziekte en hoge bloeddruk zullen tijdens en na de operatie ook van dichtbij gevolgd worden.
Wakker worden tijdens de narcose
Het ‘wakker worden’ is een term die tot verwarring leidt en wordt beter vervangen door ‘herstel van bewustzijn’.
Ondanks de zeer zeldzame gevallen die door de media werden bekendgemaakt is de kans dat u wakker wordt tijdens uw narcose uitzonderlijk. De moderne anesthesietechnieken met routine monitoring en deskundige anesthesisten zorgen ervoor dat dit zo goed als onmogelijk is. Er zijn diverse manieren waarop de anesthesist kan zien hoe “diep” uw narcose is.
Wanneer u ernstig ziek bent kan de anesthesist kiezen voor een lichtere anesthesie omdat je een diepe narcose niet zou aankunnen. In deze gevallen is het mogelijk dat u zich bepaalde zaken zult herinneren.
Indien je bepaalde zaken van tijdens de narcose zou herinneren dan dien je via de verpleegkundige de anesthesist te verwittigen.
Oog-schade
De anesthesist besteedt zeer veel aandacht aan het beschermen van uw ogen. Tijdens elke algemene anesthesie wordt een beschermende oogzalf of oogdruppels ingebracht en worden de oogleden afgeplakt om schade te voorkomen.
Het kan nochtans voorkomen dat er beschadiging van het oog optreden met jeuk en pijn tot gevolg. Indien dit voorkomt kan dit met oogdruppels behandeld worden.
Ernstige allergische reacties op medicatie
Allergische reacties op medicatie kan snel gedetecteerd worden. Uiterst zelden kunnen deze reacties fataal aflopen zelfs bij gezonde personen. Om deze reden zal de anesthesist zijdens het preoperatief onderzoek navraag doen naar allergie bij u en uw familie
Zenuwschade
Zenuwschade (uitval of doofheid) kan optreden door beschadiging met een naald tijdens het uitvoeren van een regionale anesthesie of het kan veroorzaakt worden door druk op een zenuw tijdens een operatie.
Meestal is deze beschadiging tijdelijk en herstelt binnen twee à drie maand.
Overlijden
Het risico dat u overlijdt ten gevolge van uw anesthesie is extreem laag en hangt eerder samen met uw medische voorgeschiedenis, de onderliggende ziekte waarvoor u wordt geopereerd en het type operatie dan met de anesthesie.
Niet wakker worden na een anesthesie
Het herstel van uw bewustzijn verloopt geleidelijk en wordt bepaald door de manier waarop de anesthetische geneesmiddelen hun werking verliezen. Anesthesiemedicatie is snel uitgewerkt nadat de toediening ervan is stopgezet. De anesthesist ziet toe op de kwaliteit van ‘het herstel van uw bewustzijn’ en beslist wanneer u best ontwaakt.
De meest voorkomende oorzaak van vertraagd ontwaken is een verlengde werking van anesthesiemedicatie of kalmeermiddelen.
Patiënten die niet ontwaken na hun algemene anesthesie hebben een ernstige complicatie opgelopen zoals een beroerte of hersenbeschadiging. Uw risico op deze complicaties tijdens uw operatie zijn extreem uitzonderlijk en zeker niet groter omdat u een narcose nodig hebt. Indien u reeds een risicopatiënt bent voor een beroerte dan kan een operatie dit risico natuurlijk wel vergroten, vooral bij bepaalde ingrepen die zeer belastend zijn voor de bloedcirculatie van de hersenen.
Bron: SARB
Weergaven: 486